Al meer dan veertig jaar tellen biologen tweemaal per jaar de populatie van een klein visje, de Death Valley pupfish. Die is gedaald tot nog geen honderd exemplaren. De biologen hopen dat de unieke soort overleeft.

In een van de meest ongastvrije gebieden ter wereld, de Death Valley in Nevada, bevindt zich een met water gevulde grot, met een diepte van meer dan honderd meter. Het is de Devil’s Hole. Dat is de enige plek ter wereld waar de Death Valley pupfish in het wild leeft, de Cyprinodon salinus. Die vis wordt in het warme water, met een temperatuur van 35°C, zo’n 2,5 centimeter lang. Al in 1967 is deze pupfish als een beschermde vissoort aangewezen.
Devil's Hole pupfish
Tweemaal per jaar tellen biologen het aantal visjes in de grot, omdat de visjes niet zo oud worden en er jaarlijks meer generaties zijn. Enkele waarnemers bestuderen het aantal visjes boven een ondiepe kalksteenplaat in de grot, en duikers tellen tot enkele tientallen meters diep het aantal visjes dat ze zien. Sinds 1997 is de populatie gestaag afgenomen, en afgelopen najaar telden de biologen nog maar 75 exemplaren.

Aardbeving

Dat is een schrikbarend laag aantal, want in goede jaren komen er in het najaar wel tot 500 visjes in de grot voor. Tijdens de paaiperiode in de lente, als er veel algen in het water voorkomen, zwemmen er doorgaans zo’n 150 tot 250 visjes in de grot.

De oorzaak van de afname van het aantal visjes is onduidelijk. Een drietal gebeurtenissen in 2012 kan effect hebben gehad, zoals drukgolven veroorzaakt door aardbevingen in Zuid-Mexico (maart 2012) en El Salvador (augustus 2012) en het belanden van veel stof en vuil in de grot tijdens zware regens in het najaar. Misschien was dat allemaal teveel van het goede.

De biologen van de lokale US Fish en Wildlife Office hopen dat de populatie van de vissen zich toch weer kan herstellen. Bij hun recente waarnemingen zagen de weinige vissen er in ieder geval zeer gezond uit. Mocht het toch nog misgaan met de Devil’s Hole pupfish, dan is wellicht nog een herintroductie mogelijk dankzij exemplaren die leven in aquaria.