Nieuwe opnamen van de grote ster Betelgeuze wijzen uit dat de ster over enkele duizenden jaren zal botsen met een enorme muur van stof.
Wie op het noordelijk halfrond naar het sterrenbeeld Orion kijkt, ziet linksboven van de beroemde driesterrige gordel een oranjerode ster. Het is de rode superreus Betelgeuze. Geen andere rode superreus staat zo dicht bij ons zonnestelsel. De diameter van de ster is duizendmaal die van de zon en hij straalt honderdduizendmaal zoveel licht uit. Daarmee lijkt de ster al flink op weg naar een einde als supernova. Een aanzienlijk deel van zijn buitenste schil heeft hij al afgestoten.
Een infraroodopname die ruimtevaartorganisatie ESA maakte met de ruimtetelescoop Herschel toont de door botsing van zonnewind met het interstellaire medium ontstane schokgolf in het traject van de ster, die met dertig kilometer per seconde door de ruimte beweegt. Dichter bij de ster bevinden zich asymmetrische stofopeenhopingen, mogelijk afkomstig uit de buitenste atmosfeer van de ster.
Verder weg van de ster, links op de foto, bevindt zich nog een stofstructuur. Lange tijd dachten sterrenkundigen dat die in een ver verleden door Betelgeuze was gevormd. Nu lijkt het erop dat die muur van stof ofwel een draadvormige structuur is die ontstond door het magneetveld van het sterrenstelsel of de door de rode reus verlichte rand van een nabije interstellaire wolk.
Volgens berekeningen, gepubliceerd in Astronomy & Astrophysics, zullen over vijfduizend jaar de buitenste stofschillen van Betelgeuze botsen met deze muur van stof, 12.500 jaar later gevolgd door de ster zelf.