Welke diersoorten kunnen naast elkaar in een natuurgebied leven? Twee ecologen ontwikkelden een wiskundig model om biodiversiteit te verklaren en te voorspellen.
“Of twee diersoorten naast elkaar in een natuurgebied kunnen leven, hangt af van de dimensie waarmee ze naar hun voedsel en leefgebied kijken”, aldus Han Olff in BIOnieuws. De Wageningse ecoloog en zijn Amerikaanse collega Mark Ritchie verklaren met fractale geometrie de verscheidenheid van herbivoren en planten op de savannen. De kracht van hun model is zijn voorspellende waarde. Dit is voor wildparken die nieuwe soorten willen introduceren, een aanwinst.
Ieder dier kijkt op zijn eigen manier tegen zijn omgeving aan. Voor een torretje is een grassprietje een hele maaltijd, voor een zebra een klein hapje. Deze twee kunnen uitstekend naast elkaar in een natuurgebied leven, omdat de zebra altijd wel een grassprietje achterlaat voor de tor. In het model van Olff en Ritchie betekent dit dat ze met een andere dimensie naar gras kijken. Eenzelfde verhaal gaat op voor het leefgebied van beide dieren, en voor hun hulpbronnen. Met fractale geometrie, een wiskundige rekenmethode, kunnen de ecologen uitrekenen welke soorten elkaar beconcurreren en welke elkaar aanvullen.
Biodiversiteit is nog altijd slecht begrepen en een fundamentele basis ontbreekt bijna geheel. Het voordeel van een wiskundig model is dat het te gebruiken is voor verschillende systemen, zoals koraalriffen, heidevennen en savannen. Olff en Ritchie werken aan de verbetering van hun model. In natuurparken kan bijvoorbeeld niet ieder dier overal komen; dat zit nu nog niet in het model verwerkt. Dit onderzoek is het vervolg op een eerder onderzoek van Olff (zie N&T 10, 1998).