Bij de vakgroep Textieltechnologie aan de Universiteit Twente (UT) proberen onderzoekers van het project ‘Vezelgrondstoffentechnologie voor duurzame papier- en kartonproductie’ papier zo recyclebaar mogelijk te maken. Dat spaart niet alleen bomen, maar ook geld.
“Het volledig sluiten van de cellulosekringloop is onmogelijk”, zegt Vincent Nierstrasz, medebegeleider van het Twentse project. “Maar we kunnen wel proberen om de hoeveelheid verse vezels die we moeten toevoegen te reduceren.”
Nierstrasz legt uit dat de kwaliteit van de papiervezels doorgaans na een aantal malen recyclen verslechtert. Daarom moeten papierfabrikanten verse vezels toevoegen om een goede kwaliteit te verkrijgen. “Op een gegeven moment binden de vezels niet goed meer. Wij proberen door toepassing van enzymen, bijvoorbeeld cellulases, de bindingsmogelijkheid van de vezels te vergoten. Onze expertise op het gebied van cellulose, een belangrijk bestanddeel van katoen, komt daarbij van pas.”
Marktrijp product
Het project is een van de vier zogenaamde E.E.T.-projecten waaraan de UT deelneemt. Het vierjarige project past prima binnen de filosofie van het subsidieprogramma E.E.T (Economie, Ecologie en Technologie). Dit overheidsprogramma beoogt door het inzetten van kennis technologieën te ontwikkelen die een milieuverbetering en een marktrijp product opleveren. Economie en ecologie gaan daarbij dus hand in hand.
Nierstrasz: “Omdat de input van verse vezels steeds kleiner wordt, besparen we daarmee in feite bomen. Een nevenaspect is dat de papier- en kartonindustrie in Nederland veel sterker komt te staan. De kosten worden namelijk ook lager.”
Inge Mutsaers