Het coronavirus kan darmcellen infecteren en zich daar vermenigvuldigen. Dat blijkt uit onderzoek met miniversies van de menselijke darm die zijn gekweekt in het lab van het Hubrecht Institute in Utrecht. Dit verklaart mogelijk waarom een derde van de patiënten met COVID-19 darmklachten heeft, zoals buikpijn en diarree.
De bekendste symptomen van COVID-19 zijn hoesten, niezen, kortademigheid en koorts. ‘Maar het valt op dat dat patiënten naast longklachten vaak ook darmklachten hebben, zoals overgeven, diarree en buikpijn. Bij kinderen zijn dit soms zelfs de enige klachten’, vertelt Hans Clevers, hoogleraar moleculaire genetica aan het UMC Utrecht.
Deze darmklachten komen overeen met de symptomen van bekende darminfecties zoals salmonella of het norovirus. Ook blijkt dat de aanwezigheid van het coronavirus SARS-CoV-2 na de besmetting nog kan worden aangetoond in de ontlasting en bij rectale uitstrijkjes. Clevers: ‘Dat leek mij een goede aanleiding om te kijken of het virus darmcellen kan infecteren.’
Mini-darm in een petrischaaltje
Het laboratorium waar Clevers leiding aan geeft, ontdekte een aantal jaar geleden dat het mogelijk is om miniversies van organen te kweken. Deze minilongen, -darmen of -alvleesklieren hebben dezelfde celsamenstelling als de ‘echte’ organen.
Voor het coronaonderzoek kweekten de wetenschappers van het Hubrecht Institute een darm in een petrischaaltje, die ze vervolgens in het lab van Bart Haagmans van het Erasmus MC Universitair Medisch Centrum in Rotterdam infecteerden met het coronavirus.
Deze geïnfecteerde minidarm is daarna op verschillende manieren geanalyseerd, onder andere in het lab van Peter Peters van de Universiteit Maastricht. Zo keken de onderzoekers welk type darmcellen precies geïnfecteerd raakt en wat er dan in de cel gebeurt.
‘Dit onderzoek laat zien dat het coronavirus zich prima thuis voelt in de darm’, zegt Clevers. ‘Het kan darmcellen infecteren en er worden veel nieuwe virusdeeltjes gemaakt.’
Dat zowel de longen als de darmen geïnfecteerd kunnen raken, is geen complete verrassing. Beide hebben namelijk cellen met zogeheten ACE2-receptoren, waardoor het coronavirus de cellen kan binnendringen.
Verspreiding via de darmen
Of het vermenigvuldigen van het virus in de darmen ook een rol speelt bij de overdracht tussen personen is nog niet duidelijk. ‘Wel betekent het dat we bij darmklachten mogelijk ook aan het coronavirus moeten denken’, zegt Clevers.
Verder laat het onderzoek zien dat rectale uitstrijkjes of ontlastingsmonsters naast neus- en keeluitstrijkjes nodig kunnen zijn. Er zal bijvoorbeeld onderzocht worden of de mensen die genezen zijn verklaard omdat de longen niet meer geïnfecteerd zijn, het virus nog wel via hun darmen kunnen verspreiden. Dit lijkt vooral bij kinderen een mogelijkheid te zijn.
Toch zullen de darmen waarschijnlijk geen belangrijke rol spelen bij de verspreiding. Clevers: ‘Dit is een virus dat zich voornamelijk verspreidt via geïnfecteerde ademhalingsdruppeltjes van niezen of hoesten.’