De Amerikaanse ribkwal heeft een cool trucje dat hem tot een uniek dier maakt: zijn anus verschijnt alleen als hij ontlasting kwijt moet, daarna verdwijnt het gat weer.
‘Dit is echt spectaculair’, zegt Sidney Tamm van het Marine Biological Laboratory in Woods Hole, Massachusetts (VS), die de ontdekking publiceerde in vakblad Invertebrate Biology. ‘Voor zover ik weet is er geen ander dier bekend dat ook een tijdelijke anus heeft.’
Tamm meent dat zijn ontdekking een tussenstadium in de evolutie laat zien. Bij sommige minder complexe dieren, zoals kwallen, hebben de ingewanden slechts één opening, die tegelijkertijd als mond en als anus dienstdoet.
Onvindbare anus
Ribkwallen lijken op ‘echte’ kwallen, maar behoren tot een aparte stam van het dierenrijk. Het is al sinds 1850 bekend dat ze over een digestief systeem beschikken met een afzonderlijke mond en anus. Sommige hebben zelfs meer dan één anus.
Toen Tamm de Amerikaanse ribkwal (Mnemiopsis leidyi) bestudeerde, kon hij echter geen anus vinden. Alleen als de dieren hun behoefte moeten doen, verschijnt er een piepkleine opening die onmiddellijk daarna weer verdwijnt. ‘Het gat is niet zichtbaar als het dier niet aan het poepen is’, zegt Tamm. ‘Zelfs onder een microscoop kun je er geen spoor van ontwaren.’
Uit zijn waarnemingen blijkt dat er geen permanente verbinding is tussen de darmen en de achterkant van het lichaam. In plaats daarvan zwelt een deel van de darmen op door de ophopende afvalstoffen, totdat het de buitenste laag cellen (de epidermis) raakt. Vervolgens versmelt de darm met de epidermis en vormt een opening die als anus werkt. Als de boodschap eenmaal afgeleverd is, wordt het proces omgedraaid en verdwijnt het gat weer.
Doordat zowel de darm als de epidermis slechts een enkele laag cellen dik is, kan dit klusje relatief makkelijk en snel geklaard worden. De dieren hebben met regelmatige intervallen ontlasting: eens per uur bij de vijf centimeter lange volwassenen, ongeveer één keer in de tien minuten bij de larven.
Tussenstap
Tamm ziet een darm die opzwelt en versmelt met de epidermis als een voorstadium in de evolutie van de anus. Deze knipperende anus is mogelijk een tussenstap op weg naar een permanente structuur. Tegenwoordig is de Amerikaanse ribkwal waarschijnlijk het enige dier met een tijdelijke anus. Tamm kijkt nu ook naar andere soorten ribkwallen, maar tot dusver blijken die allemaal een permanente anus te hebben.