De oudste fossielen ter wereld zijn misschien geen echte fossielen. Onderzoekers die de fossielen opnieuw analyseerden, komen tot de conclusie dat het eenvoudigweg vervormde rotsen zijn.
Decennialang zijn paleontologen al op jacht naar steeds oudere fossielen. De oudste algemeen erkende fossielen zijn die uit de Strelley Pool in de regio Pilbara in West-Australië. Het zijn stromatolieten: afzettingsgesteente dat ontstaat doordat micro-organismen sedimenten invangen en vasthouden. Deze fossielen zijn 3,4 miljard jaar oud.
Sommige onderzoekers beweren dat ze nog oudere fossielen hebben gevonden. In 2016 maakten Allen Nutman van de universiteit van Wollongong in Australië en zijn collega’s een van de spectaculairste claims. Het zou gaan om stromatolieten uit rotsen in Groenland die 3,7 miljard jaar oud waren.
Metamorfisme
De meeste gesteenten die zo oud zijn, verdwenen op een gegeven moment diep in de aarde, waar hitte en druk de fossielen vernietigden. Nutmans team vond echter een stuk gesteente dat nauwelijks onaangetast leek door dit ‘metamorfisme’: het leek voor een deel nog steeds fossielen te bevatten.
De kegelvormige objecten lijken op de stromatolieten van de Strelley Pool, zij het dat ze minder goed bewaard zijn gebleven. Nutman beweerde nauwelijks waarneembare sporen te hebben gevonden van de gelaagdheid die je normaal in stromatolieten ziet, maar deze gelaagdheid is niet zichtbaar op foto’s. De vondsten bevatten ook dolomiet, een gesteente dat wordt gemaakt door micro-organismen bij lage temperatuur. Uit chemische sporen blijkt dat de objecten moeten zijn gevormd in een ondiepe zee.
De resultaten van Nutmans onderzoek werden echter direct als twijfelachtig bestempeld. Met name de kegelvormige structuren bevatten geen fossielen van de eigenlijke micro-organismen die stromatolieten vormen. Dat is niet vreemd, gezien de verhitting van de rotsen, maar het brengt wel een probleem met zich mee.
Nieuw onderzoek
Onlangs bezochten Abigail Allwood van het Jet Propulsion Laboratory in Californië en haar collega’s de Groenlandse vindplaats om de rotsen uit het onderzoek van Nutman opnieuw te analyseren. Zij beweren dat de objecten helemaal geen stromatolieten zijn.
Allwood vond het vreemd dat de rotswand recht door het midden van alle kegelvormige stromatolieten was opengebroken. Ze hakte daarom 10 centimeter in het gesteente en ontdekte dat het lange uitgestrekte richels waren, met een zowat driehoekige dwarsdoorsnede. Zulke structuren zie je vaak terug in vervormde rotsen, zegt ze.
Van de chemische analyse blijft ook niets overeind, zegt coauteur Joel Hurowitz van Stony Brook University in New York. De ‘stromatolieten’ bevatten carbonaat, dat waarschijnlijk door de microben uit het zeewater is opgenomen. Hurowitz zag echter dat het geconcentreerd was in de buitenste lagen. ‘Er was een of andere carbonaathoudende vloeistof die door deze stenen werd opgenomen nadat ze zich hadden gevormd’, zegt hij.
Appels met peren
Nutman verwerpt de kritiek. Hij zegt dat als de objecten gevormd werden door vervorming, ze niet allemaal een vlakke onderkant zouden hebben – maar dat hebben ze wel, en dat laat zien dat het stromatolieten zijn.
Nutman geeft ook kritiek op Allwoods team omdat ze zich slechts hebben gericht op een deel van de rots. Volgens hem is het juist dat deel dat slecht bewaard is gebleven. ‘Dit is een klassiek geval van appels met peren vergelijken, wat zorgt voor het onvermijdelijke resultaat dat onze observaties niet precies overeenkomen met die van hen’, zegt hij. Allwood wijst er echter op dat het originele paper zich richtte op dezelfde rotsen.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: