Natuurkundige en wetenschapsjournalist Diederik Jekel is volop bezig wetenschap aan de man te brengen. Nu gebeurt dat vooral vanuit de studio, maar daar hoeft het niet bij te blijven. Voorafgaand aan het New Scientist Café van 2 juli aanstaande, spraken wij hem over zijn rol als spreekbuis van de natuurkunde.
Op woensdagavond 2 juli aanstaande nemen Diederik Jekel en Govert schilling je op een nieuwe editie van het New Scientist Café mee op een wervelende reis naar de grenzen van het heelal en het begin van de ruimte en tijd. Kaarten voor die unieke avond, zijn nu te bestellen.
Voorafgaand aan het Café sprak New Scientist-medewerker Ans Hekkenberg, Jekel alvast over zijn rol als Bekende Nederlander met een passie voor wetenschap.
Dankzij DWDD en De kennis van nu ben je een soort spreekbuis van de natuurkunde geworden. Moet die rol niet naar de wetenschappers zelf gaan?
‘De eerste keer dat ik bij DWDD mocht verschijnen, ging het over grafeen (een sterk materiaal dat bestaat uit een enkele laag koolstofatomen, red.). Andre Geim, bijzonder hoogleraar aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, had toen net de Nobelprijs voor zijn werk met grafeen gewonnen. Onderweg in de trein begon ik te twijfelen. Wist ik wel genoeg van het onderwerp? Was ik wel de aangewezen persoon om hierover te spreken? Maar ik bedacht me ook: voor de kijker is het beter als iemand die 50 procent van een onderwerp weet ook 50 procent goed kan overbrengen, dan wanneer iemand die er 100 procent vanaf weet slechts 1 procent kan overbrengen.’
‘Natuurlijk heb ik veel respect voor het werk van de wetenschappers. Eigenlijk weet ik van veel dingen een microscopische hoeveelheid. Daarom bereid ik me voor de opnames heel goed voor op de onderwerpen die aan bod komen – je wilt recht doen aan het werk van de wetenschappers. Daarnaast komt het wel eens voor dat ik iemand anders, die meer over het onderwerp weet, naar voren schuif. Toen Wubbo Ockels was gestorven, leek het me beter dat sterrenkundejournalist Govert Schilling mijn plek innam aan de tafel bij DWDD.’
Je bent al natuurkundige, journalist, presentator en boekschrijver. Wat zijn je toekomstdromen?
‘Over vijftien, twintig jaar zou ik minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap willen zijn. Dat past goed in mijn straatje: ik weet veel van onderwijs en wetenschap, en ik heb veel contacten binnen de cultuurwereld. Dat is een combinatie die vrij uniek is.’
‘Daarnaast vind ik het jammer dat ministers vaak óf wollig spreken, óf juist zo direct zijn dat ze lomp zijn. Je kunt best duidelijk zijn zonder mensen te beledigen. Ik denk dat dat bij me past. Natuurlijk is dit plan een behoorlijk groot verschil met wat ik nu doe, maar ik sluit niets uit. Ik werk nu zo’n vier jaar, en in die vier jaar is het ook heel snel gegaan!’
Dit is een ingekorte versie van het interview met Diederik Jekel in het zomernummer van New Scientist, dat vanaf volgende week vrijdag in de winkel ligt. Nooit meer een nummer van New Scientist missen? Neem dan nu een abonnement!
Lees verder: