Koolstofmonoxide, een gas normaal gesproken geassocieerd met een langzame verstikkingsdood, vergroot mogelijk de overlevingskansen na een beroerte.

Koolstofmonoxide (CO) staat bekend als een schadelijk en zelfs in sommige gevallen dodelijk gas. Het verdrijft zuurstofmoleculen vrijwel onomkeerbaar van de bindingsplaatsen aan het hemoglobine in bloedcellen. Een hoge concentratie van het gas lijdt dan tot verstikking. Uit onderzoek aan de universiteit van Columbia in New York blijkt nu dat muizen met beschadigde longen juist een grotere kans hebben om te overleven wanneer ze een kleine dosis koolstofmonoxide inhaleren.

Wanneer muizen die ernstige longschade opliepen vanwege een (opgewekte) gestokte bloedstroom CO toegediend kregen, overleefde zeventig procent. In vergelijking met een overlevingskans van maar tien procent wanneer de dieren geen CO kregen, duidt dit op een duidelijke therapeutische werking.

“Wanneer de bloedstroom stokt op een bepaalde plek vormen zich hieromheen bloedstolsels. Koolstofmonoxide bevordert het oplossen van deze stolsels. Hierdoor kan de bloedstroom op den duur weer op gang komen”, vertelt dr David Pinsky, lid van het onderzoeksteam. Nu de behandeling bij muizen werkt, wil Pinsky onderzoeken of ook mensen in sommige situaties een grotere overlevingskans krijgen door toediening van een lage dosis CO.

Pinsky denkt momenteel al aan toepassingen bij transplantaties, beroerten, hartaanvallen, bacteriële infecties of bypassoperaties. “Natuurlijk is het dan erg belangrijk dat een zeer nauwkeurig controlesysteem voorkomt dat we toxische hoeveelheden toedienen van dit gas.”

Ellen Althuizen