Na bijna dertig jaar stopt op 30 september de deeltjesversneller Tevatron. Wetenschappers zullen nog jaren zoet zijn met de biljoenen meetgegevens die de detectoren hebben verzameld.
Een van de meest tot de verbeelding sprekende doorbraken in de deeltjesfysica is toch wel de ontdekking van de topquark en de bepaling van de massa van dit subatomaire deeltje. De fysici aan het Fermilab in Batavia, Illinois, danken die doorbraak aan de Tevatron. Dat is een versneller met een omtrek van 6,5 kilometer, waarin magneten gekoeld tot -268°C geladen deeltjes in een ringvormige baan dwingen. Elke seconde botsen tien miljoen protonen en antiprotonen op elkaar. Twee detectoren, genaamd CDF en DZero, meten de stortregen aan deeltjes die bij de hoog-energetische botsingen vrijkomen.
De botsingen tussen protonen en antiprotonen hebben sinds 1985 onder meer inzicht gegeven in andere subatomaire deeltjes en aanwijzingen geleverd de mogelijke massa van het higgsdeeltje. Verder zijn er met het Tevatron ook precieze metingen gedaan van parameters voor de sterke kernkracht, de fundamentele kracht die kerndeeltjes bijeenhoudt, en er zijn voor het eerst antiwaterstofatomen waargenomen. Technologie ontwikkeld door Fermilab voor het Tevatron is ook toegepast in de Europese deeltjesversneller van het CERN, waar sinds enkele jaren het LHC-experiment draait.
Op 30 september zal met een ceremonie officieel een einde komen aan de botsingsexperimenten in Tevatron. Op de website van het Fermilab is deze gebeurtenis live te volgen. Het onderzoek aan de data gaat nog jaren door en het aantal publicaties zal nog flink groeien. De mogelijkheden voor data-analyse nemen toe, dus wie weet kunnen natuurkundigen daardoor nog meer doorbraken melden nadat de stroom protonen en antiprotonen is stilgevallen.