Niet jungle, maar graslanden vormden het decor waartegen de ontwikkeling van de mens zich miljoenen jaren geleden afspeelde. Dit nieuwe inzicht stelt vraagtekens bij gangbare theorieën over de evolutie van onze voorouders.
Grasland met hier en daar een boom blijkt Oost-Afrika, de bakermat van de mensheid, al zes miljoen jaar te hebben bedekt, zo publiceerden de Amerikaanse geoloog Thure Cerling en zijn collega’s op 4 augustus in Nature. Savanne domineerde het landschap dus gedurende de evolutie van onze menselijke voorouders en hun aapachtige verwanten. Wetenschappers dachten tot nu toe dat Oost-Afrika pas twee miljoen jaar geleden veranderde van een jungle-landschap in savanne en dat deze overgang tot gevolg had dat onze voorouders rechtop gingen lopen. Die theorie komt onder druk te staan door de nieuwe bevindingen, omdat er geen sprake blijkt van een transformatie van het landschap in de afgelopen zes miljoen jaar.
Koolstofkaart
Het onderzoeksteam van professor Cerling, bestaande uit chemici en biologen uit de Verenigde Staten, Kenia en Australië, ontwikkelde een ingenieuze methode om de prehistorische vegetatie te achterhalen. Ze maakten gebruik van het gegeven dat tropische grassen, die in direct zonlicht staan, koolstofdioxide op een andere manier omzetten in suikers dan bomen en de planten die in de schaduw van bomen groeien. Een bepaald koolstofisotoop, met één extra deeltje in zijn kern, wordt vaker aangemaakt bij de suikerproductie van het soort grassen dat in direct zonlicht staat.
Savannelandschap in het Samburu National Reserve in Kenia. Bron: Thure Cerling, universiteit van Utah.
Tot welke categorie de begroeiing miljoenen jaren geleden behoorde, valt te reconstrueren door de hoeveelheid koolstofisotopen in oude aardlagen te meten. Bodemmonsters van de vondstplekken van voorouderlijke fossielen helpen zo in kaart te brengen hoe de leefomgeving van de mens en zijn voorouders er de afgelopen zes miljoen jaar uitzag.
Marieke Buijs