Het eerste gat in de ozonlaag boven de Noordpool lijkt een feit. De lucht boven het poolgebied was begin 2011 langdurig zeer koud. Via een stapeling van reacties leidde dat tot de afbraak van grote hoeveelheden ozon. Een internationale onderzoeksgroep waar het KNMI deel van uitmaakt, spreekt deze week in Nature van het eerste gat in de ozonlaag boven de Noordpool.

‘De omstandigheden boven de Noordpool waren begin dit jaar atypisch’, schrijft de onderzoeksgroep onder leiding van natuurkundige Gloria Manney van het Jet Propulsion Laboratory in Californië. ‘De kou, die de afbraak van ozon mede veroorzaakt, hield veel langer aan dan anders.’

Zwaar weer

Daarnaast droeg de luchtstroom rond de Noordpool bij aan het ontstaan van het ozongat. Door de afkoeling van het aardoppervlak daalt de lucht boven het poolgebied. Boven gebieden die verder van de pool liggen, daalt de lucht minder snel. Dat verschil in luchtstromen leidt tot een lagedrukgebied boven de pool, met een wervelachtige luchtstroom eromheen.

Middenin de wervelachtige lucht bevindt zich minder turbulente lucht. Net als in het oog van een orkaan is die lucht geïsoleerd van de lucht daaromheen. Wanneer de hoeveelheid ozon in die afgesloten ‘luchtzak’ afneemt, is er geen aanvoer van verse ozon uit een ander deel van de atmosfeer. Om die reden maakt de winterse luchtstroom boven het poolgebied een ozongat mogelijk. Dit jaar was de wervelende lucht boven de Noordpool veel krachtiger dan normaal.

‘Het is de combinatie van de aanhoudende kou en de ongewoon sterke luchtwervelingen die het ontstaan van het ozongat in de hand werkte. Daarmee leek de Noordpool dit jaar verdacht veel op de Zuidpool, waar jaarlijks een ozongat ontstaat’, schrijven de onderzoekers.

Paniek?

Reden voor paniek is er op dit moment niet, vindt Pepijn Veefkind die als atmosfeerfysicus bij het KNMI een deel van het onderzoek uitvoerde. ‘Het gat in de ozonlaag is inmiddels weer gedicht en we moeten afwachten wat de toekomst brengt. De meteorologische omstandigheden variëren van jaar tot jaar. Dat dit jaar een gat in de ozonlaag boven de Noordpool ontstond, wil niet zeggen dat het volgend jaar ook het geval is.’ Het gaat dus te ver om op dit moment van een trend te spreken.

Ozongaten worden vaak in één adem genoemd met cfk’s (chloorfluorkoolstofverbindingen). Die verbindingen werden tot het eind van de jaren tachtig veelvuldig gebruikt in koelkasten en spuitbussen. Ze bleken echter de afbraak van ozon te katalyseren en droegen daarmee bij aan de eerste gaten in de ozonlaag boven de Zuidpool.

Om de ozonlaag te beschermen, is eind jaren tachtig het Montréalprotocol ingesteld. Dat protocol legt onder andere het gebruik van cfk’s aan banden en is op dit moment door 196 landen geratificeerd. Cfk’s blijven echter lang in de atmosfeer hangen. ‘Nieuwe gaten in de ozonlaag zijn daarom toe te dichten aan de combinatie van extreme meteorologische omstandigheden en de aanwezigheid van ‘oude’ cfk’s in de atmosfeer’, zegt Veefkind. Hij vertrouwt erop dat de huidige regelgeving afdoende is om rond 2050 geen gaten meer in de ozonlaag te laten ontstaan.

Francien Yntema