Bij de meest voorkomende vorm van longontsteking bundelen twee afweereiwitten hun krachten om de ziekte te beteugelen.
Meer dan de helft van alle bacteriële longontstekingen worden veroorzaakt door de bacterie Streptococcus pneumoniae. Voor haar promotieonderzoek onderzocht de arts Anita Rijneveld in het Academisch Medisch Centrum het ontstekingsproces in de longen. Daartoe besmette zij muizen met deze bacterie. Ze ontdekte dat twee eiwitten samenwerken in de strijd tegen de indringers.
Rijneveld keek met name naar de productie van cytokinen in de muizenlongen. Dit zijn kleine eiwitten die in de eerste fase van een ontsteking door het lichaam worden aangemaakt en een rol vervullen als boodschappers voor het immuuncsysteem. Ze sturen witte bloedcellen naar de infectie toe. Rijneveld telde daarom hoeveel van de diverse ontstekingscellen tijdens de infectie naar de longen migreerden. De productie van cytokinen in de long bleek cruciaal voor een goede afweerreactie.
Uit onderzoek met muizen die een receptor voor een bepaald cytokine, het interleukine 1, niet kunnen aanmaken, bleek dat er nog een cytokine bestaat dat noodzakelijk is voor de afweer. Schakelde ze dat tweede cytokine, de tumornecrosefactor alfa, uit, dan stierven de muizen aan de longontsteking.
Deze kennis van het longontstekingsproces moet kunnen bijdragen aan nieuwe therapieën. Die zijn hard nodig, want wereldwijd vormt longontsteking de vijfde doodsoorzaak.