Optische meetapparatuur moet de zoektocht naar buitenaardse beschavingen nog nauwkeuriger maken.

Het Search for Extraterrestrial Intelligence Institute (SETI) ontwikkelde in samenwerking met de University of California een nieuwe manier om leven buiten onze planeet te vinden. Wetenschappers van het SETI zoeken naar lichtpulsen die heel kort, maar toch helder zijn. Hiervoor gebruiken ze drie detectoren die allemaal tegelijk twee pulsen moeten waarnemen met minder dan een miljardste seconde ertussen. Licht van sterren of gewoon van de Aarde voldoet niet aan deze eisen. Lichtschijnsels van een buitenaardse beschaving doen dit volgens de onderzoekers wel. Hierdoor is de kans op vals alarm minimaal.

De detectoren zijn gevoelige fotomultipliers. Zij vangen een minuscule hoeveelheid licht op die één of twee elektronen losmaakt in een metalen plaatje. Een magneetveld versnelt vervolgens de negatief geladen elektronen in de richting van een positief geladen plaat. Hier maken zij op hun beurt weer elektronen los. Die worden door een magneetveld naar een nog positiever geladen plaatje getrokken enzovoort. Bij elk plaatje komen meer elektronen los dan dat er aankwamen en zo wordt het signaal versterkt.

Frank Drake, die in 1960 de moderne jacht op buitenaards leven opende en nu voorzitter is van de raad van bestuur van SETI, is enthousiast over de nieuwe aanpak: “Dit is de nauwkeurigste optische zoektocht tot nu toe. We verwachten ongeveer één valse melding per jaar in plaats van elke dag eentje zoals nu het geval is. Tot nu toe zijn driehonderd individuele sterrenstelsels onderzocht, maar helaas zijn er nog geen resultaten”.

Marijn Sandtke