Het verschil in herfstkleuren tussen Europese en Amerikaanse bossen danken ze aan de ijstijden.

Als in het najaar het chlorofyl in boombladeren verdwijnt, krijgen de West-Europese bossen een overwegend gele kleur. Sommige bomen en struiken kleuren echter rood, doordat ze zo vlak voor de winter invalt roodkleurige verbindingen aanmaken, de anthocyaninen. In het verre Azië en in Noord-Amerika voeren roodkleurige herfstbladeren echter de boventoon. Het was tot nu toe een raadsel hoe dat kleurverschil tussen Europa en de andere continenten is ontstaan.

De biologen Simcha Lev-Yadun in Haifa en Jarmo Holopainen in het Finse Kuopio denken nu dat aanvankelijk, toen de aarde vooral was bedekt met warme oerbossen en tropisch regenwoud, overal de bomen rood kleurden in de herfst. De rode kleur, die wordt gevormd door anthocyaninen, zou afweerstoffen bevatten tegen de talrijke insecten. Die dieren zochten namelijk in de herfst naar voedsel, in de aminozuurrijke sapstroom in de boombladeren. Een andere verklaring luidt dat de rode kleur de boom beschermt tegen kou en licht. De rode bladkleur kwam in de herfst dus goed van pas.

De zaak veranderde 35 miljoen jaar geleden, toen perioden met ijstijden aanbraken. In Oost-Azië en Noord-Amerika konden bomen en hun belagers tussen het noorden en het zuiden heen-en-weer migreren, zodat voor bomen de noodzaak bleef bestaan om zich te beschermen met rode kleurstoffen.

In Europa lag het heel anders, omdat de Alpen een barrière vormden tussen het noorden en zuiden van Europa. Tijdens koude perioden stierven sommige boomsoorten door de stevige kou, en daarmee ook de insecten die voor hun overleven op die bomen waren aangewezen. Boomsoorten die wel overleefden, hadden na de ijstijden geen last meer van uitgestorven insecten. Daarmee verdween het evolutionaire voordeel van de energievergende productie van rode kleurstoffen.

Een indirect bewijs zien de twee hoogleraren in struiken die de ijstijden hebben kunnen overleven in Scandinavië en die in de herfst nog altijd rood kleuren. Onder een laag sneeuw waren zowel struiken als de insecten die van de bladeren leefden, beschermd tegen de extreme kou boven de isolerende sneeuwlaag. Die tweestrijd tussen plant en insect gaat bij die soorten nog steeds door, terwijl de recentere geelgekleurde bomen vrij spel hebben.

Erick Vermeulen