De vermeende giftigheid van de smaakstof cumarine in tabak is nooit bewezen.
Cumarine dient onder andere als smaakstof in tabak. Het ruikt naar vanille, maar smaakt eerder een beetje bitter. De stof is te vinden in planten als lavendel, klaver, maar ook in aardbeien, kersen en kaneel. Hoewel de stof op natuurlijke wijze in voedingswaren voorkomt, is het als voedingsadditief al in 1940 verboden door het Amerikaanse bureau voor voedselveiligheid FDA. Het bureau verdenkt cumarine ervan leverbeschadigingen te veroorzaken en zelfs kankerverwekkend te zijn.
Sommige schimmels kunnen het cumarine uit de plant omzetten in dicumarol. Consumptie van deze stof kan gevaarlijk zijn. Het lichaam ziet dicumarol aan voor vitamine K, een natuurlijke activator van het bloedstollingproces. Daarom zet het de eigen productie van vitamine K op een laag pitje. Dit heeft als gevolg dat ook de productie van stollingseiwitten afneemt, waardoor bloed minder goed kan klonteren bij het dichten van wonden.
Producten die cumarinederivaten bevatten, maken gebruik van deze werking. Het rattengif warfarin zorgt ervoor dat de ratten sterven aan inwendige bloedingen. Trombosepatiënten slikken medicijnen gebaseerd op dicumarol (bijvoorbeeld Marcoumar) om hun bloed te verdunnen.
Cumarine in sigaretten heeft deze werking niet. Onderzoeken hebben nooit aangetoond dat de bloedstolling bij rokers vertraagt. “Mensen consumeren bijna elke dag cumarine, er is geen reden om aan te nemen dat de stof bij het roken gevaar oplevert. Ook de carcinogeniteit van de stof is nooit bewezen”, aldus de Leidse toxicoloog prof dr F.A. de Wolff. “Andere stoffen in tabak als teer en nicotine zijn veel gevaarlijker.”
Jocelyn Berdowski