Onderzoekers van Oregon Health Sciences University melden in Science dat ze als eersten ter wereld een genetisch gemodificeerde primaat hebben gemaakt. Dit vormt een belangrijke stap in de richting van ontwerp en vervolmaken van behandelingen voor genetische afwijkingen.

Tot nog zijn muizen gangbare proefdieren voor het onderzoek naar genetische afwijkingen, van spierziekten tot kanker. Muizen vormen echter geen ideaal model, omdat de symptomen van bepaalde afwijkingen bij muizen totaal anders zijn dan bij mensen. Met deze gedachte werken de onderzoekers in Oregon al jaren aan kloneringstechnieken bij rhesusapen. De nieuwe doorbraak vormt wereldnieuws. Het daadwerkelijk onderzoek is uitgevoerd onder leiding van dr Anthony Chan van het Oregon Regional Primate Research Center.

Het aapje ANDi (inserted DNA, achterstevoren gespeld) is de allereerste genetisch gemodificeerde rhesusaap. De gebruikte technieken zijn eerder toegepast bij andere dieren en voor gentherapie. Een onschadelijk gemaakt retrovirus bracht een streng RNA in een eicel. In de eicel ontstond vervolgens een aan dat RNA complementaire DNA-streng. Die DNA-streng vormde daarna de matrijs voor nog een DNA-streng, zodat een stukje dubbelstrengs DNA ontstond dat in het oorspronkelijke DNA een plekje vond. Het RNA bevatte de informatie van een gen dat in een kwallensoort zorgt voor de productie van groen fluorescerend eiwit, GFP genaamd. Het gekozen eiwit – en het daarvoor coderende DNA – is een bekend biologisch hulpmiddel. Het lichtgevende eiwit – dat overigens bij ANDi niet actief is – is onschadelijk. Daarna bevruchtten de onderzoekers de eicellen door met een naald de inhoud van spermacellen in de eicellen te spuiten.

De in totaal twintig embryo’s die zo zijn bevrucht, leverden uiteindelijk vijf zwangerschappen op, waarvan drie gezonde rhesusmannetjes opleverden. Een DNA-analyse bevestigt de aanwezigheid van het vreemde DNA-materiaal in ANDi’s cellen. ANDi groeit op temidden van de andere rhesusapen in het apenonderzoekscentrum.

“De ontwikkeling van gekloonde, genetisch gemodificeerde en uit stamcellen ontwikkelde primatenmodellen verschaffen wetenschappers de mogelijkheid om nauwgezet en diepgaand de meest innovatieve therapieën te testen met zo min mogelijk dieren, zodat uiteindelijk geperfectioneerde en geoptimaliseerde behandelingen voor mensen ontstaan”, licht een van de directeuren van de universiteit toe. Ongetwijfeld begint er nu een nieuw hoofdstuk in de discussie tussen voor- en tegenstanders van genetische modificatie en van proefdiergebruik.