Onderzoekers verbonden aan het Academisch Ziekenhuis Utrecht ontdekten als eersten een genetische fout die gespleten lip of gespleten verhemelte veroorzaakt. Zij publiceerden hun gegevens in het aprilnummer van het gezaghebbende tijdschrift Nature Genetics.
“Zeker niet alle kinderen met een schisis dragen een genetische fout in het MSX1-gen,” zegt dr Marie-José van den Boogaard, hoofdauteur van het Nature Genetics-artikel, “maar in een Nederlandse familie waarin vier patiënten een gespleten lip of verhemelte hadden, naast nog eens acht andere met een stoornis van de tandenontwikkeling, droegen alle patiënten de mutatie. We vonden de mutatie niet terug in de gezonde familieleden of in controle personen.” Het gen dat Van den Boogaard en haar collega’s onderzochten, MSX1, is een homeoboxgen en speelt een belangrijke rol in de embryonale ontwikkeling van het aangezicht en het hoofd. Het was al eerder bekend dat fouten in MSX1 aanleiding geven tot een foute tandenontwikkeling, maar dat het ook schisis veroorzaakt is nieuw.
Jaarlijks worden er in de Benelux ongeveer zevenhonderd kinderen geboren met een gespleten lip, kaak of gehemelte. Dit heet een ‘schisis’, vroeger ook wel ‘hazenlip’ genoemd. Het kind staat meestal voor een lange reeks cosmetische behandelingen en operaties die enkele weken na de geboorte beginnen en die kunnen doorlopen tot diep in de adolescentie. Volgens de Stichting Schisis Centrum Rotterdam wordt van de ouders en het kind wordt veel geduld en uithoudingsvermogen gevraagd, maar in de praktijk blijkt dat, ondanks allerlei moeilijkheden, de behandeling meestal goed verloopt. De meeste kinderen met schisis ontwikkelen zich zowel lichamelijk als geestelijk net zoals kinderen zonder schisis.
“De mutatie die wij vonden is een zogenaamde STOP-mutatie,” gaat Van den Boogaard verder, “de genetische code is zodanig veranderd dat de afschrijving van het gen naar het eiwit vroegtijdig stopt. De mutatie komt bij de patiënten slechts voor in één van de twee MSX1-genkopieën, de andere kopie is normaal. Eén normale genkopie lijkt echter niet voldoende om zoveel MSX1-eiwit te maken dat de embyronale aangezichtsontwikkeling normaal verloopt.” Prof Richard Maas van de Harvard Medical School in Boston treedt Van den Boogaard bij: “Wij creëerden muizen waarin we het MSX1-gen of zijn broertje, het MSX2-gen, uitschakelden. Ietsje teveel of te weinig MSX1- of MSX2-eiwit tijdens de belangrijkste ontwikkelingsfasen van de schedel en het aangezicht maken al een heel verschil. Sommige van onze transgene muizen worden geboren met een gat in hun schedel.”
“Er lijkt echter niet zo gauw een genetische schisistest die screent voor MSX1 mutaties aan te komen. Het gen werd door anderen al onderzocht in 100 andere schisispatiënten, zonder dat ze een tweede mutatie vond. Schisis ontstaat wellicht door een combinatie van diverse erfelijke oorzaken en omgevingsstoornissen tijdens de zwangerschap. Van die erfelijke oorzaken is een mutatie in MSX1 de eerste die gevonden werd, maar het zal zeker niet de laatste zijn.”
Peter Raeymaekers