Een serie buisjes met het levensgevaarlijke pokkenvirus is opgedoken in de opbergruimte van een laboratorium in het Amerikaanse Maryland. De buisjes zijn afkomstig uit de jaren vijftig.  

Een meisje met het pokkenvirus in 1973, een paar jaar voordat het virus is uitgeroeid. Bron: CDC
Een meisje met het pokkenvirus in 1973, een paar jaar voordat het virus is uitgeroeid.
Bron: CDC

Medewerkers van het lab ontdekten de zes glazen buisjes toen ze de opbergruimte op een campus van de National Institutes of Health leeghaalden. De buisjes, die waren afgesloten met gesmolten glas, bleken het gevriesdroogde pokkenvirus te bevatten.

De Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC), verantwoordelijk voor het monitoren, behandelen en voorkomen van ziekten, test momenteel of het virus nog gevaarlijk is. Zodra de test erop zit, zal het CDC het virus vernietigen. De CDC nodigt de Wereldgezondheidsorganisatie uit om het vernietigen te overzien. Medewerkers van het laboratorium en burgers hebben volgens de CDC geen gevaar gelopen.

Blunder

Toch is de vondst is een behoorlijke misser voor de CDC: toen het virus in 1977 wereldwijd was uitgeroeid, zouden er maar twee samples van de ziekteverwekker bewaard zijn gebleven voor onderzoeksdoeleinden. Deze samples liggen in zwaar bewaakte laboratoria in de Verenigde Staten en in Rusland. Nu blijkt dus dat er een derde portie van de ziekteverwekker bestond, gewoon in een oude doos in Maryland.

Pokkenvirus wereldwijd

De pokken is een van de meest dodelijke en besmettelijke ziekten ooit. In de afgelopen drieduizend jaar is maar liefst een op de tien mensen gestorven aan het pokkenvirus. In 1977 is het virus met behulp van een wereldwijde vaccinatiecampagne uitgeroeid. Het was het eerste virus dat op deze manier is uitgeschakeld.

Lees ook: