Een nieuwe duurzame kijk op het ontwerp van gebouwen kan het gebruik van energie verslindende en vervuilende airconditioning drastisch verminderen. Te beginnen in de tropen.
Iedereen die in de tropen is geweest, weet hoe een gemiddelde dag verloopt: van de hotelkamer met airco gaat het in looppas naar de gekoelde ontbijtruimte en dan ren je in draf naar het overdekte winkelcentrum of museum waar de koelapparaten ook vrijwel continu op de hoogste stand staan. In de openlucht is het overdag simpelweg afzien.
Zonder airconditioning zou het leven in veel landen een stuk onaangenamer zijn. Onzin, zegt een relatief nieuwe stroming in de bouwkunde. We kunnen heel goed zonder. Het grote probleem is volgens deze groeiende groep bioklimatologiche architecten dat de uitvinding van de airconditioning, ruim honderd jaar geleden door de Amerikaanse ingenieur Willis Carrier, mensen nogal gemakzuchtig heeft gemaakt. Gebouwen werden niet langer afgestemd op de klimatologische omstandigheden van de plek waar ze werden neergezet, zoals voor de introductie van de airconditioning het geval was.
Aarde isoleert perfect
De leefbaarheid in veel regio’s hing duizenden jaren nauw samen met het ontwerp van huizen en de materialen waarvan ze waren gemaakt. In Zuid-Europa en het Midden-Oosten kregen huizen dikke muren en kleine ramen aan de zuidkant – tegen oververhitting – en grotere openingen op het noorden. Inheemse Noord-Europeanen regelden de binnentemperatuur
door hun onderkomens met aarde te bouwen, perfect isolerend materiaal. Begroeiing op de daken zorgde voor verkoeling in de zomer en aangename warmte in de koude wintermaanden.
Overigens hield men bij de bouw ook rekening met neerslag: de steile daken van typische Chinese en Japanse huizen waren geen architectonisch modeverschijnsel, maar werden zo ontworpen om regenwater snel af te voeren en te voorkomen dat huizen in de winter instorten door het gewicht van sneeuw.
De globalisering én de airco hebben aan al die variëteiten de afgelopen eeuw grotendeels een einde gemaakt. In steden als Seoul, Manilla, Jakarta en Bangkok verrezen wolkenkrabbers naar westers model. Veel glas dus en zonder airconditioning simpelweg onleefbaar. Projectontwikkelaars plempten goedkope flats en appartementen neer zonder acht te slaan op enig natuurlijk comfort.
Honderden miljoenen mensen raakten binnen een paar decennia volledig afhankelijk van airconditioning en met stijgende temperaturen zal die afhankelijkheid alleen maar toenemen, is de verwachting. Door duurzamer te ontwerpen kan die trend misschien worden gekeerd.
De in Maleisië geboren Ken Yeang was veertig jaar geleden een pionier op het gebied van ecologische architectuur. Zijn eerste bioklimatologische wolkenkrabber, de Menara Mesiniaga, verrees begin jaren negentig in zijn (tropische) vaderland. Met haar cilindrische vormen, diepe, schaduwrijke terrassen op meerdere verdiepingen en het gebruik van enorme zonwerende aluminium façades kreeg dit schoolvoorbeeld van ecologisch ontwerpen veel navolging.
De afgelopen jaren legden meer en meer architectenbureaus zich toe op duurzame ontwerpen. In verschillende, vooral Aziatische, landen openden aircovrije hotels, restaurants, conferentiecentra en zelfs een school hun deuren.
Termieten vonden het uit
Een van de architecten brengt het geheim van bioklimatologisch bouwen terug tot een enkele zin: ‘Zolang je rekening houdt met de lokaal geldende luchtstromen en slimme zonwering toepast, kun je op de warmste plekken bouwen zonder dat je airconditioning nodig hebt.’
De kampioenen van milieuvriendelijke architectuur bestaan al zo lang als de mensheid, maar pas sinds kort beginnen wetenschappers het geheim van hun bouwwerken te doorgronden. Het probleem: de bouwers zijn termieten.
De enorme hopen die de insecten opwerpen, zijn metershoog en dat is niet voor niets. De luchtcirculatie in een termietenheuvel is ideaal en de temperatuur is dag en nacht constant. Recent ontdekten Amerikaanse onderzoekers bovendien dat de gangenstelsels zo zijn aangelegd dat er een gelijkmatige uitwisseling is tussen de CO2 die in het termietennest wordt geproduceerd en verse zuurstof van buitenaf.
De eerste gebouwen volgens het termietenprincipe zijn inmiddels gerealiseerd en volgens de Britse expert Rupert Soar ligt de uitdaging nu in het breder toepassen van deze bouwmethode. ‘Ontwerpen is één, maar bouwen zoals termieten is een lastiger verhaal.’
Volgens hem is de verdere ontwikkeling van grootschalige 3D-printtechniek daarvoor een belangrijke voorwaarde.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: