Tot nu toe was het onduidelijk hoe goed de vaccins zijn in het voorkomen van de verspreiding van het virus, maar nu het prikken goed op gang komt, beginnen we antwoorden te krijgen.
Het goede nieuws is dat vaccins zoals Pfizer, zogenoemde mRNA-vaccins, ongeveer 90 procent effectief lijken te zijn bij het tegenhouden van de virusoverdracht. Het slechte nieuws is dat dit misschien niet voldoende is om groepsimmuniteit te bereiken. Dat komt omdat er nog geen plannen zijn om kinderen onder de 18 jaar op korte termijn te vaccineren. Een andere reden is dat een relatief hoog percentage volwassenen wereldwijd zegt vaccinatie te zullen weigeren.
Onderschatting
Vaccins kunnen de verspreiding van het virus tegenhouden door te voorkomen dat mensen besmet raken of door te voorkomen dat ze het virus doorgeven, zelfs als ze al besmet zijn. Om te begrijpen waarom het voorkomen van de overdracht zo belangrijk is, moet men zich een vaccin voorstellen dat de ziekte stopt maar de overdracht niet. In dat geval zou het virus zich gewoon blijven verspreiden. Het zou dan mensen bereiken die niet zijn gevaccineerd of voor wie het vaccin niet doeltreffend is geweest, wat tot veel meer sterfgevallen zou leiden. Vaccinatie van personeel in verzorgingstehuizen zou niet voorkomen dat zij bijvoorbeeld bewoners van verzorgingstehuizen besmetten. En initiatieven zoals vaccinpaspoorten zouden mensen er niet van weerhouden het virus in het buitenland op te pikken en mee naar huis te nemen, inclusief nieuwe varianten.
‘Het tegenhouden van transmissie is enorm belangrijk,’ zegt onderzoeker infectieziekten Marm Kilpatrick van de Amerikaanse Universiteit van Californië in Santa Cruz.
Het is heel moeilijk om rechtstreeks de transmissieblokkering te meten. Volgens een verslag van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) kwam een onderzoek uit Schotland die keek naar infecties bij gezinsleden van 150.000 gezondheidswerkers het dichtstbij.
Uit deze studie bleek dat gezinsleden 30 procent minder kans hadden om besmet te raken wanneer de gezondheidswerker een enkele dosis van de vaccins van Pfizer of AstraZeneca had gekregen. Doordat de leden van het huishouden echter besmet kunnen zijn door andere mensen dan de gezondheidswerker zelf en de mensen in de studie hun tweede dosis niet hadden gekregen, onderschat deze studie de blokkering van de overdracht waarschijnlijk aanzienlijk.
Virusdeeltjes
Wat we makkelijker kunnen meten, is het tegenhouden van infecties, door gevaccineerde mensen regelmatig te testen om te zien of ze besmet zijn, zelfs als ze geen symptomen hebben. Volgens een studie in de Verenigde Staten zijn de mRNA-vaccins van Pfizer en Moderna twee weken na één dosis voor 80 procent en twee weken na twee doses voor 90 procent effectief in het voorkomen van infectie.
Het is mogelijk dat het tegenhouden van de overdracht nog groter is dan het tegenhouden van de infectie, bijvoorbeeld doordat mensen minder virus produceren als zij ziek worden na vaccinatie, en dus minder kans lopen anderen te besmetten. Uit één studie bleek inderdaad dat mensen die na één dosis van het Pfizer-vaccin toch nog besmet raken, gemiddeld minder virus produceren.
Kilpatrick schat echter dat deze daling van de hoeveelheid virusdeeltjes in je bloed het risico om iemand anders te besmetten slechts met 11 procent vermindert. En de keerzijde van deze studie is dat ze aantoont dat sommige gevaccineerde mensen nog steeds veel virusdeeltjes in hun bloed hebben, zegt hij.
Hij wijst er ook op dat sommige andere studies concludeerden dat de mRNA-vaccins slechts 86 of 80 procent effectief waren bij het tegenhouden van de infectie, dus dat het tegenhouden van de transmissie misschien iets lager is dan 90 procent.
Erop of eronder
Voor andere vaccins hebben we nog steeds geen goede schattingen. We weten ook niet of het tegenhouden van de transmissie in de loop van de tijd zal vervagen. Of dat deze aanzienlijk lager zal zijn tegen varianten zoals Zuid-Afrikaanse of de Braziliaanse variant, maar dit lijkt wel aannemelijk.
Bovendien is zelfs een transmissieblokkering van 90 procent misschien niet genoeg om in veel landen de drempel van groepsimmuniteit te overschrijden.
In het begin van de pandemie besmette elke persoon ongeveer drie anderen, die vervolgens elk weer drie anderen besmetten, enzovoort. Dit betekent dat bij loslaten van maatregelen zoals lockdowns ten minste twee op de drie mensen immuun moeten zijn voor infectie om de verspreiding van het virus te stoppen, of althans het virus niet mogen overdragen, zelfs als ze geïnfecteerd zijn. Met andere woorden: bijna 70 procent moet immuun zijn om het reproductiegetal onder de één te krijgen.
Met de meer overdraagbare Britse variant kan elke persoon vier of vijf anderen besmetten. Dat suggereert dat de drempel van groepsimmuniteit ten minste 80 procent bedraagt.
Maar niet iedereen is bereid zich te vaccineren. En als je meeneemt dat kinderen en jongeren geen vaccin krijgen, lijkt die drempel lastig te behalen. Zeker als het vaccin niet volledig beschermt. Dit is deels de reden waarom veel modellen suggereren dat er nog een volgende golf zou kunnen komen.
Ertegenaan
Het is echter niet zo erg als sommigen suggereren. Ten eerste draagt immuniteit door natuurlijke infecties ook bij aan de immuniteit van de groep. Volgens het ECDC-rapport blijkt uit een aantal studies dat een eerdere infectie gedurende ten minste vijf maanden 81 tot 100 procent bescherming biedt tegen herbesmetting. De bescherming is echter lager bij mensen ouder dan 65 jaar. En deze studies zijn uitgevoerd voordat een van de nieuwe zorgwekkende varianten op grote schaal voorkwam.
Ten tweede: hoe dichter een land de drempel van groepsimmuniteit nadert, hoe moeilijker het voor het virus is om zich te verspreiden. Slechts enkele extra maatregelen, zoals het dragen van gezichtsmaskers, kunnen volstaan om het reproductiegetal ruim onder de één te brengen. In Israël overheerst de Britse variant nu. Ook al zijn de meeste mensen ingeënt met het Pfizer-vaccin: het reproductiegetal steeg kort na de eerste versoepeling van de lockdown weer tot iets boven de één. Maar het daalde scherp naarmate de vaccinatie werd voortgezet.