Ebola eist nog steeds vele levens in West-Afrika en een geneesmiddel is niet voorhanden. De huidige behandelingen bestrijden vooral symptomen die optreden bij infectie, zoals uitdroging. Hoe ver zijn we met het ontwikkelen van een ebola-medicijn?
Hoewel geneesmiddelen en vaccins tegen ebola eraan lijken te komen, verloopt de ontwikkeling nog langzaam. ‘Het is moeilijk om de gebruikelijke klinische onderzoeken uit te voeren’, zegt Thomas Geisbert verbonden aan de Medische afdeling van de universiteit van Texas, die onderzoek doet naar vaccins en behandelingen tegen ebola. Doordat ebola-uitbraken sporadisch voorkomen en niet te voorspellen zijn, kunnen onderzoekers maar moeilijk experimenten uitvoeren in de getroffen rampgebieden.
RNA en DNA
Wetenschappers onderzoeken medicijnen grondig voordat artsen die mogen gebruiken op mensen.. Eerst testen wetenschappers een geneesmiddel in laboratoria en vervolgens op dieren. Als die onderzoeken succesvol blijken, beginnen de eerste klinische testen op mensen.
Op dit moment heeft slechts een enkel medicijn het tot die laatste fase geschopt. Dat onderzoek is echter voortijdig gestopt omdat de Amerikaanse Food and Drug Administration eerst meer informatie wil over de invloed van hoge doseringen op het immuunsysteem, voordat zij het middel goedkeurt.Het medicijn, genaamd TKM-Ebola, is alleen nog maar effectief gebleken bij de behandeling van apen die het binnen 30 minuten na infectie toegediend kregen. Het geneesmiddel bestaat uit RNA-moleculen dat DNA blokkeert. Daardoor maakt het ebolavirus geen eiwitten meer aan en kan het zich niet vermenigvuldigen.
Een andere behandeling tegen ebola is een stof genaamd BCX4430, die onderzoekers momenteel testen op dieren. Die stof blokkeert een essentieel enzym van het ebolavirus waardoor het enzym niet meer werkt. Zonder dat werkende enzym kan het ebolavirus niet overleven en ‘sterft’ het.
Vaccin
De beste oplossing voor de bestrijding van ebola lijkt een vaccin. Mogelijk kunnen artsen een vaccin zelfs gebruiken nadat een persoon is besmet. Dat komt doordat na besmetting het virus enkele dagen de tijd nodig heeft om zich te vermenigvuldigen. Dat stelt het vaccin in staat om het lichaam aan te zetten tot de maak van antilichamen die het virus onschadelijk maken voordat symptomen optreden. ‘Patiënten die al wel duidelijke symptomen vertonen, hebben vaak niet lang meer te leven, misschien nog 24 tot 48 uur’, zegt Geisbert.
Een van de vaccins dat mogelijk kan dienen als behandeling voor ebola is het zogeheten VSV-vaccin. Dat vaccin is een genetisch gemodificeerde variant van het ongevaarlijke vesicular stomatitis virus. Het gemodificeerde virus bevat een eiwit dat ook voorkomt op het ebolavirus. Het immuunsysteem denkt daardoor dat het te maken heeft met het ebolavirus en maakt antilichamen aan. Die maken het ebolavirus onschadelijk. Bij een echte ebola-infectie kan het lichaam vervolgens sneller reageren doordat het immuunsysteem al antilichamen bevat tegen het ebolavirus.
Het VSV-vaccin werd in 2009 al een keer getest op een Duitse onderzoekster, die zich per ongeluk prikte met een ebola-besmette naald. Zij kreeg daarop het experimentele vaccin direct toegediend. Hoewel ze het overleefde, is het niet zeker of ze daadwerkelijk besmet was en dus ook niet of het vaccin zijn werk heeft gedaan.
Tot nu toe mogen artsen de experimentele behandelingen in Afrika nog niet toepassen omdat die nog niet voldoende zijn getest op mensen. Geisbert denkt dat een behandeling mogelijk wel bij een volgende uitbraak beschikbaar zal zijn.
Lees verder: