Homoseksualiteit kan dieren evolutionaire voordelen bieden, menen twee Amerikaanse biologen. Sommige diersoorten vormen homoparen, wat hun jongen een betere overlevingskans biedt. Daarnaast kunnen homoseksuele dieren alvast oefenen voor hun voortplanting met vrouwtjes.

Nathan Bailey en Marlene Zuk, biologen aan de universiteit van Californië in Riverside, bestudeerden alle onderzoeken van de afgelopen 25 jaar naar homoseksualiteit bij dieren. Ze zochten naar de evolutionaire voordelen van homoseksueel gedrag. De resultaten van hun onderzoek zijn gepubliceerd in het tijdschrift Trends in Ecology and Evolution op 16 juni 2009.

Bailey en Zuk concludeerden dat homoseksualiteit bij dieren evolutionaire voordelen biedt. Op het eerste gezicht lijkt dit een tegenstrijdige bewering. Immers, homoseksuele dieren planten zich niet voort, dus hoe kan dit evolutionair voordeel leveren?

Lesbische albatros

De biologen menen dat homoseksueel gedrag een vredige leefomgeving in de hand werkt. Als voorbeeld noemen ze de laysan-albatros (Phoebastria immutabilis). Bij deze soort is er een meerderheid aan vrouwtjes, en is er een tekort aan mannetjes. Dit lossen zij op door het vormen van vrouwtjesparen in plaats van heteroparen. De vrouwtjes passen samen op de eieren en de jongen. Dit biedt het jong een veel hogere overlevingskans dan een jong opgevoed door een alleenstaand vrouwtje.

Doordat de vrouwtjes met elkaar een paar vormen, is er ook minder concurrentiestrijd om de weinig beschikbare mannetjes. Dit leidt weer tot minder gevechten onderling en komt daarmee de stabiliteit en rust binnen de groep ten goede. Deze stabiliteit vormt, zo menen Bailey en Zuk, tezamen met de hogere overlevingskans van de jongen, twee belangrijke factoren in het natuurlijke selectieproces: er worden nog meer vrouwtjes geboren.

“Wanneer we denken aan factoren die bijdragen aan natuurlijke selectie denken we meestal aan dingen zoals het weer, de temperatuur of geografische eigenschappen”, laat Bailey weten in een persverklaring. “Maar datzelfde geldt voor sociale omstandigheden. Homoseksueel gedrag bij dieren kan leiden tot ingrijpende veranderingen.”

Maar niet iedereen is het hier mee eens. “Sommige van deze verbanden lijken nogal indirect,” zegt dr Duur Aanen, evolutionair geneticus aan de Wageningen Universiteit. “Het specifieke gedrag van de albatros kan je wellicht zo verklaren. Maar om dit als algemene verklaring voor homoseksueel gedrag te beschouwen gaat net een stap te ver.”

Sociale relaties

Niettemin komt homoseksualiteit bij een meerderheid van de diersoorten voor. Bailey en Zuk geven een voorbeeldlijst met veertien soorten. Dieren waarbij homoseksueel gedrag is geobserveerd verschillen van bonobo’s (Pan paniscus), tot fruitvliegjes (Drosophila melanogaster) en kousenbandslangen (Thamnophis sirtalis parietalis).

Bailey en Zuk denken dat homoseksualiteit onder dieren dient ter versterking van de sociale banden. Tuimelaardolfijnen (Tursiops truncatus) creëren op deze manier een sterke band met andere mannetjes, wat weer van pas komt bij de onderlinge communicatie tijdens het jagen. Daarnaast biedt het jonge dieren ook oefening voor het voortplanten met vrouwtjesdieren.

Ook dit vindt Aanen redelijk ver gaan. “Deze bewering berust enkel op veronderstellingen, waardoor je geen zekere algemene uitspraak kunt doen. Jonge dieren hebben wel betere manieren om hun seksuele vaardigheden te oefenen dan een relatie aan te gaan met een ander mannetje.”

Dorette Bos

Bron: EurekaAlert
Plaatje Albatros: PRC
Plaatje Dolfijn: WoS