Door kankercellen evenveel van een bepaald eiwit te geven als normale cellen hebben, kunnen ze zich niet meer voortbewegen. Hierdoor kan de kans op uitzaaiingen moeten verminderen. Dit meldden fysiologen van de Universiteit van Barcelona tijdens het jaarcongres voor moleculair-biologen EMBO in Barcelona.
Het betreffende eiwit, profiline, stuurt de voortbeweging van cellen aan. Aan een kant van de cel zitten kleine uitsteeksels, lijkend op de poten van een duizendpoot. Deze ‘pootjes’ bewegen allemaal dezelfde kant op en krijgen daarmee de cel vooruit. In kankercellen zit veel minder profiline dan in normale cellen, en toch hebben ze genoeg pootjes om zich normaal voort te bewegen.
De onderzoekers verwonderden zich nogal hierover, en vroegen zich af wat er zou gebeuren als een kankercel net zoveel profiline had als een gewone cel. Om dit uit te zoeken, gooiden ze de hoeveelheid profiline in verschillende soorten gekweekte borstkanker- en baarmoederhalskankercellen omhoog.
Het bleek dat een cel daardoor enorm veel ‘pootjes’ krijgt. Omdat elk pootje zijn eigen richting op wil, wordt de cel alle kanten op getrokken. Het eindresultaat van het getouwtrek is dat de cel op z’n plaats blijft. Om te verspreiden, moet een kankercel vooruit kunnen komen. Als er geen beweging in zit, zijn er ook geen uitzaaiingen, redeneren de fysiologen.
Hoe het precies komt dat de kankercellen zo weinig profiline hebben en zich toch normaal kunnen voortbewegen, weten de Spaanse onderzoekers nog niet. Dat is voer voor verder onderzoek. Uiteindelijk hopen ze een medicijn te kunnen ontwikkelen dat uitzaaiing van kanker tegengaat. Om daartoe te komen, moet deze methode ook nog onderworpen worden aan verscheidene muizen- en mensonderzoeken.
Liz Brower