Onderzoekers van het Instituut voor Tropische Geneeskunde Antwerpen ontdekten de boosdoeners die het Schmallenbergvirus onder de veestapel verspreiden. Het zijn knutten, minuscule steekvliegjes die de afgelopen decennia ook een rol hebben gespeeld bij de verspreiding van andere ziekten.
De afgelopen maanden zijn in Europa al honderden veestapels getroffen door het virus, te beginnen met vee in het Duitse skidorpje Schmallenberg. Bij runderen, schapen en geiten veroorzaakt het virus ernstige misvormingen bij de jongen, veel lammetjes zijn zelfs dood geboren. De Belgische onderzoekers van het ITG vermoedden dat knutten, met de Latijnse naam Culocoides, een rol speelden, maar moesten daarvoor wel bewijs vinden. Dat is geen geringe opgave, want er zijn vele soorten van deze kleine plaaggeesten.
Een mug (boven) is veel groter dan een knut (onder). Knutten kunnen diverse virussen binnen de veestapel verspreiden. Bron: ITG
Bij het onderzoek ging het om het herkennen van de diverse soorten knutten en het aantreffen van het virus in de speekselklieren. Dat laatste is noodzakelijk, anders kan een knut het virus niet overbrengen op een nieuw slachtoffer. Een speciaal ontwikkelde genenchip zorgde voor het herkennen van de diverse typen aan de hand van lichaamsweefsel. Onderzoekers van het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie onderzochten de koppen van onthoofde knutten op de aanwezigheid van het virus en daarmee op de aanwezigheid ervan in de speekselklieren. In ieder geval bij drie soorten, waarvan exemplaren waren gevangen nog voordat in november de problemen in het Duitse dorp begonnen, bleek het Schmallenbergvirus aanwezig.
De analyse van andere soorten knutten gaat door. De biologen volgden deze insecten vanwege hun rol bij de verspreiding van blauwtong, een veeziekte die in België nu lijkt verdwenen. Mogelijk verlengt de overheid het onderzoek na april, nu blijkt dat de insecten een rol spelen bij de verspreiding van het Schmallenbergvirus.