Als je dacht dat alleen mensen graag hun omgeving versieren, dan ken je de krabben uit de familie Majoidea nog niet. Zo’n 75 procent van deze koddige beestjes versiert zichzelf als een doorgewinterde kerst-pro.
Dat deze krabben zichzelf graag exorbitant uitdossen, is al langer bekend. Sponzen, algen… zelfs rondzwervend zeevuil belandt regelmatig op hun lijfjes. Ze bevestigen het spul aan klittenbandachtige haakjes op hun pootjes en lichaam. Alleen weet tot nog toe niemand zeker waarom de dieren dat doen.
Amerikaanse mariene biologen maakten vorige maand in het vakblad Behavioral Ecology melding van nieuwe aanwijzingen dat de versierdrift van de krabben bovenal een overlevingsstrategie is. Zij bestudeerden tijdens een schaamteloos kerstig experiment het gedrag van de zogeheten Camposcia retusa. Daarbij gaven ze de dieren rode en groene zachte balletjes die zich volgezogen hadden met water, zodat ze naar de bodem zakten. Ze hoopten uiteraard dat de krabben zich met de ballen zouden uitdossen.
Pootjes eerst
De biologen hielden de dieren gedurende 24 uur in de gaten en ontdekten dat de meesten zichzelf al na zes uur compleet hadden opgetuigd met de krabvariant van een foute kersttrui. Volgens de onderzoekers was dat zodanig snel dat het suggereert dat de dieren zichzelf versierden alsof hun leven er letterlijk van afhing. Want hoewel hun instinct de krabben tijdens het experiment juist extra opvallend maakte, dienen de sponzen en algen normaal juist als camouflage.
De dieren begonnen hun camouflagepogingen bovendien steevast met hun (achter)pootjes. Dat is logisch, want wanneer de dieren in hun holletje kruipen, steken juist die pootjes vaak nog uit. ‘Het feit dat ze die als eerste versierden suggereert dat ze hun uitstekende delen zo snel mogelijk wilden bedekken’, zegt Danielle Dixson van de Amerikaanse University of Delaware in een persverklaring. Zij voerde het experiment uit met haar bachelorstudenten.
Onruikbaar
De biologen onderwierpen hun hypothese over de poten-eerst-strategie aan een vervolgexperiment, waarbij ze de schuilplaatsen van de krabben verwijderden. En inderdaad: in dat experiment begonnen de dieren spontaan hun héle lichaam te versieren, in plaats van eerst hun pootjes. Ze deden dat ook nog eens sneller dan voorheen.
Het is overigens nog niet bekend of de krabben zichzelf visueel verstoppen, of dat de dingen die ze in het wild op hun lichaam plakken vooral hun geur moeten maskeren. De zeesponzen die ze gebruiken, stoten namelijk een stof uit waarmee de krabben zichzelf in theorie ‘onruikbaar’ kunnen maken voor palingen – vissen die een belabberd gezichtsvermogen hebben, maar wel beschikken over een gouden neusje voor krabben.
In vervolgexperimenten is Dixson van plan om te bekijken of ze de krabben zo ver kan krijgen om zichzelf nog sneller te versieren, bijvoorbeeld door in een aangrenzende tank een angstaanjagende paling te laten rondzwemmen.
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder: