Voor het eerst konden wetenschappers achterhalen hoe het komt dat er meer dan 300 soorten kolibries zijn. Zij brachten alle verwantschappen in kaart en gaven meer inzicht in de herkomst en geschiedenis van deze diverse groep kleine vogeltjes.
Amerikaanse biologen hebben met behulp van DNA-analyse alle evolutionaire relaties tussen 284 soorten kolibries in kaart gebracht. Alle kolibries voeden zich met nectar uit tropische bloemen. Omdat er veel tropische soorten bloemen zijn met allerlei vormen en maten zijn er in de tijd meer dan 300 soorten kolibries ontstaan. Onderzoekers hebben aangetoond dat de vogels in een razend tempo zeer divers zijn geworden. De resultaten verschijnen vandaag in het vakblad Current Biology.
De resultaten van de analyse suggereren dat kolibries ongeveer 42 miljoen jaar geleden, waarschijnlijk in Eurazië, zijn afgescheiden van hun zustergroep de gierzwaluwen. De meest recente gemeenschappelijke voorouder van de nu levende kolibries kwam rond 22 miljoen jaar geleden op aarde voor.
De oorsprong van kolibries ligt in Zuid-Amerika. Biologen verklaren dat ze daar gekomen zijn via Beringia, een natuurlijke landbrug die 22 miljoen jaar geleden Eurazië en Noord-Amerika verbond. Vanuit daar zijn ze overgevlogen naar Zuid-Amerika. In Noord-Amerika zijn kolibries vervolgens uitgestorven. Twaalf miljoen jaar geleden hebben de Zuid-Amerikaanse kolibries Noord-Amerika weer herbevolkt. Een deel van de kolibries heeft ook het Caraïbisch gebied bevolkt.
In de periode van twaalf miljoen jaar geleden tot vandaag is het soortenaantal enorm gestegen. In het Andes-gebergte in Noord-Amerika is het aantal soorten kolibries uitgebreid tot meer dan honderd. In alle overige gebieden in en om Zuid-Amerika ligt het aantal ontstane soorten rond de tweehonderd.
Jimmy McGuire, bioloog aan de universiteit van Californië pleit dat de diversiteit van kolibries met meer dan 300 soorten heel hoog is, gezien de leeftijd van de groep (zo’n 22 miljoen jaar). McGuire verklaart dit door de kolibries te vergelijken met de gierzwaluwen en boomgierzwaluwen, de groepen waaraan kolibries het meest verwant zijn. ‘Gierzwaluwen hebben in tegenstelling tot kolibries maar tussen de dertien en de achttien soorten. Hetzelfde geldt voor de boomgierzwaluwen. Zij hebben nog minder soorten, namelijk maar vijf.’
Door natuurlijke selectie van bepaalde kenmerken kunnen er nieuwe soorten ontstaan. Zo zijn door de tijd heen zowel de bekken van de vogels als de bloemvormen van planten veranderd. Dat fenomeen heet co-evolutie en is de reden dat er in die twaalf miljoen jaar zoveel soorten kolibries, en ook planten, konden evolueren.
De onderzoekers voorspellen dat het soortenaantal van kolibries voolopig alleen nog maar zal stijgen. De vogeltjes zullen nog gespecialiseerder worden en nog meer gebied gaan veroveren in het hele Amerikaanse continent en het Caraïbisch gebied.
Lees verder: