Al zes jaar houdt een huis-tuin-en-keukenbom Amerika in de ban.

Op 19 april 1995 pleegde Timothy McVeigh een aanslag op een overheidskantoor in de Amerikaanse stad Oklahoma. Vorige week maakte de FBI bekend dat er nieuw bewijsmateriaal was ‘gevonden’ in zijn zaak. Kostte de bom van McVeigh, bestaande uit een mengsel van ‘kunstmest’ en dieselolie, aan 168 mensen het leven?

Ammoniumnitraat (NH4NO3) vormde het hoofdbestanddeel van het explosieve mengsel. Hiervan bestaan twee fysische typen: de één, met een hoge dichtheid, komt voor in kunstmest. Voor explosieven heb je echter ammoniumnitraat met een lage dichtheid nodig. Technisch gezien kun je ammoniumnitraat uit kunstmest ‘ombouwen’ tot het ammoniumnitraat in explosieven. Hiervoor heb je wel wat chemische kennis en technische hulpmiddelen nodig.

Explosieven bestaan uit materialen die zeer snel ontleden na het ‘toedienen’ van een schok, bijvoorbeeld door een detonatiemechanisme. Bij de ontledingsreactie komen warmte en een groot volume aan gassen vrij. De reactievergelijking van de explosie van ammoniumnitraat is: 2 NH4NO3 –> 4 H2O + 2 N2 + O2. Het vrijgekomen zuurstof (O2) verbrandt de diesel. Hierbij komen extra gasvormige moleculen vrij die de explosieve kracht versterken.

Weinigen geloven echter dat de ‘kunstmest’-bom van McVeigh op zich de grote ravage aan het kantoor veroorzaakte. Zo bestaan er een hoop tegenstrijdige verklaringen en getuigenissen, onderbraken en vertraagden regeringsfunctionarissen het reddingswerk terwijl ambtenaren dozen met documenten uit het gebouw haalden en ving de geologiefaculteit van de Universiteit van Oklahoma seismische golven op van een tweede knal.

De voornaamste reden van ontstaan van twijfel vormt de bom zelf. Alleen een veel meer geavanceerde bom zou volgens deskundigen zulke desastreuze gevolgen hebben. Velen hebben hierdoor samenzweringsideeën over het gebeuren. Misschien brengen de 3100 pagina’s met nieuw bewijsmateriaal meer duidelijkheid.

Ellen Althuizen