In elk biologieboek staat dat de grootte van je pupillen bepaald wordt door je autonome zenuwstelsel. Onderzoekers van de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Ulm hebben echter iemand gevonden die zijn pupilgrootte zelf kan aansturen. Hoe uniek is dit en hoe valt het te verklaren? New Scientist sprak met psychofysioloog Christoph Strauch.

Is dit de eerste keer dat er iemand gevonden is die de grootte van zijn pupillen kan beïnvloeden?

‘Niet helemaal. Er zijn gevallen bekend van mensen die hun eigen lenzen op commando kunnen scherpstellen of ontspannen. En hoe scherp je lens is afgesteld, bepaalt ook hoe wijd je pupil is. Ook kunnen sommige mensen hun pupilgrootte aanpassen door heel nadrukkelijk aan fel licht te denken, of door hun spieren aan te spannen. Er zijn dus wel mensen die met indirecte strategieën de grootte van hun pupil kunnen beïnvloeden.’

Wat maakt deze persoon dan zo uniek, en hoe vonden jullie hem?

‘We kwamen hem eigenlijk bij toeval op het spoor doordat hij een student van ons was. Wat dit geval interessant maakt, is dat we bij hem al die bekende indirecte strategieën kunnen uitsluiten. Zijn pupil kromp wel als hij met zijn lens inzoomde, maar wanneer de lens maximaal was ingezoomd, kon hij zijn pupil nog steeds verder vernauwen. Hierdoor verschoof het dichtstbijzijnde punt waarop hij nog scherp kon zien van 12 naar 6 centimeter. Dat is een behoorlijke stap. Hetzelfde gold trouwens omgekeerd; wanneer zijn lens maximaal ontspannen was, kon hij zijn pupillen nog verder verwijden.’

Christoph Strauch is universitair docent in de psychofysiologie aan de Universiteit Utrecht. Hij is gespecialiseerd in de pupillometrie. Dit vakgebied onderzoekt cognitie en perceptie aan de hand van veranderingen in de pupilgrootte. Dit onderzoek is gepubliceerd in International journal of Psychophysiology.

‘We hebben ook allerlei andere metingen bij hem gedaan, zoals bloeddruk en ademhaling, en vonden niets dat erop wijst dat hij zijn spieren aanspant. We konden tevens uitsluiten dat hij heel geconcentreerd aan fel licht dacht. Dat zou ook andere fysiologische responsen moeten geven en die konden we bij hem niet vinden. Daarnaast kon hij gewoon een gesprek met ons voeren tijdens de proefjes, wat heel onwaarschijnlijk zou zijn als hij heel nadrukkelijk aan een specifiek ding zou denken. Ook was het effect veel te sterk om het aan die strategie toe te wijzen. Hij kan dus waarschijnlijk echt, zoals hijzelf beweerde, direct zijn pupilgrootte aanpassen.’

Hebben jullie hier een verklaring voor kunnen vinden?

‘Nee, geen sluitende in ieder geval. We hebben hem in een fMRI-scanner gelegd en konden geen afwijkingen vinden in zijn hersenen of zenuwstelsel. We kunnen op dit moment dus alleen maar speculeren. Wat misschien wel meespeelt, is dat hij nooit een bril draagt, terwijl dat met zijn ogen wel zou moeten. Ook speelt hij behoorlijk veel games, wat belastend kan zijn voor je ogen. We vermoeden daarom dat zijn lichaam als een soort counterstrategie zelf heeft geleerd om de pupilgrootte aan te passen, om zo te compenseren voor het gamen en het niet dragen van een bril. De jongen gaf zelf ook aan dat hij zijn pupillen vooral verwijdt om zijn ogen te laten ontspannen na het gamen.’

Er zijn ook andere mensen, zoals iceman Wim Hof, die hun autonome zenuwstelsel bewust kunnen beïnvloeden. Hoe verhoudt jullie vondst zich daartoe?

‘Er zijn inderdaad veel mensen die controle hebben over lichaamsfuncties die bij anderen automatisch verlopen. Zo heb je mensen die op commando kippenvel kunnen krijgen. Ik denk dat dit allemaal verschillende voorbeelden zijn van hetzelfde mechanisme. Bij bijna al die mensen is die controle niet aangeboren, maar aangeleerd. Mensen kunnen controle leren krijgen over bepaalde autonome lichaamsfuncties als daar een bepaalde trigger voor bestaat. Door een soort biologische feedbackloop te creëren, leert je lichaam zich vanzelf aan te passen. Zo kunnen mensen leren hun lens aan te passen door een verkeerde bril te dragen.’

Als dit zo’n algemeen bekend fenomeen is, hoe kan het dan dat dit al zo lang verkeerd in de schoolboeken staat?

‘Dat is inderdaad vreemd. Daarbij moet wel gezegd worden dat het op zich niet zo vreemd is dat we iemand gevonden hebben die zijn pupillen kan aanpassen. Wel kunnen we voor het eerst alle indirecte strategieën daarvoor uitsluiten. We denken ook dat er meer mensen zijn die dit kunnen, maar dat er simpelweg geen onderzoek is gedaan naar gevallen waarbij de pupil nog verder inkrimpt en uitzet dan de lens verandert.’

Betekent dat ook dat jullie op zoek zijn naar nieuwe gevallen om verder onderzoek mee te doen?

Lachend: ‘Er zijn inmiddels zoveel aanmeldingen dat we hopen dat er niet al te veel meer bijkomen.’ Op serieuze toon: ‘Maar als we een groep kunnen samenstellen van mensen met dezelfde eigenschap, biedt dat veel interessante opties. Een bekend fenomeen is bijvoorbeeld dat je een verandering in de hersenactiviteit ziet wanneer mensen hun ademhaling zelf reguleren. Wij willen graag kijken of je dit effect ziet bij mensen die hun pupillen bewust aansturen. Ook willen we onderzoeken wat de overeenkomsten tussen die mensen zijn om beter te begrijpen hoe zij hun gave ontwikkelden. Een andere vraag is of mensen ook hun eigen reflexen kunnen overrulen en bijvoorbeeld hun pupillen wijd kunnen maken wanneer ze in fel licht kijken.’