Al jaren bestaat er twijfel over de echtheid van het beeldje Manneken Pis in Brussel. Onderzoek naar de samenstelling van het brons moet antwoord geven op de vraag waar het huidige beeldje vandaan komt.
Het is nog altijd een toeristentrekker, hoe klein ook: Manneken Pis, in een hoek van de Stoofstraat en de Eikstraat, niet ver van de Grote Markt in Brussel. Maar wat de meeste toeristen niet weten, is dat ze niet naar het origineel kijken: voor de echte Manneken Pis moeten ze naar het Museum van de Stad Brussel. Over dit ‘origineel’ bestaan twijfels. Is dit werkelijk het beeldje dat in 1619 door beeldhouwer Hiëronymus du Quesnoy de Oudere werd gemaakt?
De geschiedenis van Manneken Pis gaat terug tot de veertiende eeuw. In 1388 stond er op de hoek van de Stoofstraat en de Eikstraat al een fontein met stenen beeldje dat Julianekensborre of Petit Julien werd genoemd. Hoe dat eruit heeft gezien, weet niemand. Het heeft de tand des tijds niet doorstaan en er is ook geen afbeelding van. Vanaf 1452 verschijnt de naam Manneken Pis in de archieven.
Heldendaad
Het beeldje is volgens een legende vernoemd naar het jongetje Juliaan dat tijdens een van de vele aanvallen op de stad het brandende lont van buskruit onder de stadswallen zou hebben uitgeplast, waarmee hij een Hans Brinkerachtige heldendaad zou hebben verricht. Andere legendes rond Manneken Pis klinken minder spannend. Het beeld zou ook nog gewoon een eerbetoon kunnen zijn aan de vele leerlooierijen die zich in deomgeving van de Stoofstraat bevonden.
Het origineel van het huidige bronzen beeldje is in elk geval door Hiëronymus du Quesnoy de Oudere in 1619 in opdracht van het stadsbestuur gemaakt. Maar dat beeldje van Manneken Pis kreeg het zwaar te verduren. De troepen van koning Lodewijk XIV van Frankrijk bombardeerden in augustus 1695 Brussel en schoten daarbij het centrum van de stad in puin. Het beeldje werd in veiligheid gebracht en enkele dagen later weer op zijn sokkel teruggezet, inclusief een Latijnse psalmtekst: ‘In petra exaltavit me, et nunc exaltavi caput meum super inimicos meos’ (‘De heer plaatste mij op een stenen sokkel, en vandaag steek ik met mijn hoofd boven mijn vijanden uit’).
Manneken Pis is in de loop der jaren ook ettelijke malen het mikpunt van vandalen en grappenmakers geweest. Omstreeks 1745 ontvoerden Engelse soldaten het beeldje, maar de Brusselaars wisten de dieven in Geraardsbergen te achterhalen. Daarom staat in die plaats een replica van Manneken Pis. Twee jaar later hadden Franse grenadiers, die met de troepen van Lodewijk XV in Brussel waren beland, Manneken Pis ook al in het vizier.
Het beeldje werd toen zelfs twee keer gestolen. Na die tweede diefstal werd de bevolking oproerig. De Franse koning liet de daders opsporen en bestraffen en het beeld keerde terug op zijn plaats. In oktober 1817 werd het beeldje ontvreemd door een gepardonneerde dwangarbeider, maar nu met meer succes. Uiteindelijk vond men de resten onder een berg puin terug. Er werd een nieuw beeldje gemaakt.
Het leed was daarmee niet geleden. In de jaren zestig werd het beeldje net onder de knie afgebroken. Het bovenste deel werd pas maanden later in het Brusselse kanaal teruggevonden. De replica die toen is gemaakt staat er nu nog.
Authenticiteit blijft onzeker
Doordat het beeldje van Manneken Pis vele malen is zoekgeraakt en al dan niet in stukken werd teruggevonden, is er geen absolute zekerheid meer over de oorsprong van het beeld. Een onderzoeksgroep van de Vrije Universiteit Brussel onder leiding van Amandine Crabbé hoopt het Manneken Pis-mysterie alsnog te ontrafelen.
Het onderzoek vindt plaats in het kader van een groter onderzoek naar het Brusselse atelier van de familie Du Quesnoy, waar het originele beeld gegoten is. Het onderzoek bestaat uit twee delen. Het eerste deel behelst een spectrometrisch onderzoek. Dat kan al veel aan het licht brengen, bijvoorbeeld de chemische compositie en relatieve chemische concentraties van het onderste en bovenste deel van het beeld.
Om ook duidelijkheid te krijgen over de precieze samenstelling van het brons van de verschillende delen zullen daarnaast drie kleine stalen moeten worden genomen, één van elk onderdeel van het beeldje. Aan de hand van deze staaltjes kan de samenstelling van zowel de corrosielaag als het onderliggende brons grondig worden geanalyseerd. En op basis daarvan kan uitsluitsel worden gegeven over de echtheid van Manneken Pis, althans bijna.
Het is volgens materiaaldeskundige Herman Terryn, hoogleraar aan de Vrije Universiteit Brussel, gemakkelijker vast te stellen dat het om een vervalsing gaat, dan met zekerheid de authenticiteit te verklaren.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees ook: