Met een kunstmatige ‘neus’ kunnen artsen blaaskanker opsporen. Het geurvermogen van honden was een inspiratiebron voor het apparaat dat de ziekte in de toekomst wellicht eenvoudig kan vaststellen.
Medici kunnen blaaskanker in de toekomst goedkoop, gemakkelijk en nauwkeurig vaststellen, zo is de voorlopige conclusie van Britse artsen en biotechnici. Zij ontwikkelden de zogeheten Odoreader, een apparaat dat de ziekte kan afleiden uit de geur van urine. Dat schrijven de onderzoekers deze week in het tijdschrift PLoS ONE.
De onderzoekers haalden hun inspiratie uit de getrainde neus van honden, die aan urine kunnen ruiken of een persoon blaaskanker heeft. Ze bouwden een apparaat waarin een urinemonster tot 100°C wordt verhit, waarna een sensor de diverse vrijkomende gassen uit de urine registreert. De mechanische ‘neus’ bouwt vervolgens een chemisch profiel op van de urine. De chemische samenstelling verschilde bij personen met blaaskanker zo significant van gezonde proefpersonen, dat het apparaat bij bijna alle 98 proefpersonen een juiste diagnose stelde.
Snel vastgesteld
Alleen al in Nederland wordt blaaskanker jaarlijks vastgesteld bij ongeveer 5200 patiënten, waarvan het overgrote deel mannelijk is. Als de ziekte niet tijdig wordt behandeld kan zij de blaasspier besmetten, wat de kans op uitzaaiingen en een slechte afloop ernstig vergroot. Daarom is het van groot belang dat de ziekte tijdig wordt vastgesteld. Volgens de onderzoekers is nu nog geen onderzoeksmethode voorhanden om de ziekte in een vroeg stadium te ontdekken, maar ze stellen dat de Odoreader daar verandering in kan brengen.
Na de behandeling krijgen blaaskankerpatiënten te maken met regelmatige controle door middel van cystoscopie, het kijken in de blaas met een cameraatje dat door de plasbuis wordt ingebracht. Met deze dure en onprettige methode gaan artsen na of de kanker niet terugkeert. De Odoreader heeft slechts een urinemonster nodig om een betrouwbare conclusie te trekken en zou daardoor een veel goedkoper en prettiger alternatief voor de controle kunnen zijn.
Het is nog niet bekend wanneer de Odoreader op de markt komt. ‘De gevonden data moeten nog gerepliceerd worden in grotere proefrondes voor de technologie kan worden gecommercialiseerd’, zegt Chris Probert van de Universiteit van Liverpool, een van de betrokken onderzoekers. ‘Daarna gaan we graag met industriële partners in gesprek over de volgende stap in het productieproces. In de tussentijd hebben we uit voorlopige, niet gepubliceerde data voldoende bewijs dat het apparaat stabiel is en de uitkomsten betrouwbaar.’