It takes two to tango, ook bij motten. Astrid Groot, universitair hoofddocent evolutionaire biologie aan de UvA, ontving een NWO-subsidie om partnerkeuze bij nachtvlinders te onderzoeken. Ze vermoedt dat beide seksen een rol spelen in de paringsdans.
Wat hebt u met motten?
‘Het zijn prachtige dieren om de kracht van seksuele selectie – de aantrekkingskracht tussen seksen op basis van zintuiglijke eigenschappen – in het soortvormingsproces te bepalen. Nachtvlinders kiezen elkaar louter op basis van hun feromonen en dus niet op uiterlijke kenmerken. Ook krijgen vrouwtjesmotten honderden nakomelingen en hebben ze een generatietijd van maar een paar weken.
‘Darwin bedacht al dat seksuele selectie belangrijk is bij het ontstaan van nieuwe soorten. Maar of seksuele selectie echt de drijvende kracht kan zijn of dat verandering in seksuele aantrekking pas ontstaat nadat individuen binnen een soort zich hebben aangepast aan een veranderende omgeving is nog steeds niet duidelijk.’
Interessant vanuit evolutionair perspectief.
‘Dat niet alleen. Nu al worden nagebootste feromonen ingezet als biologisch bestrijdingsmiddel in gewassen. Een feromoondispenser bezwangert de lucht met geuren, zodat de mannetjes de vrouwtjes niet meer kunnen vinden en er dus geen rupsen bijkomen. In druivenoorden hoeft men dankzij dit bestrijdingsmiddel de hele zomer niet te spuiten, terwijl het voorheen tweewekelijks moest. In onze fruitteelt wordt deze methode nu ook grootschalig toegepast.
‘Ik ben ervan overtuigd dat de selectiedruk op een gegeven moment zo hoog wordt dat een mannetjesmot een truc vindt om toch een vrouwtje te vinden en dan werkt dit middel niet meer. Als we meer begrijpen van de partnerkeuze bij motten kunnen we de natuur voor zijn.’
Hoe onderzoekt u de wisselwerking tussen beide seksen?
‘We weten al dat er een match is tussen mannen- en vrouwengeuren. We hebben eerst vrouwtjes met twee extreme feromoontypes geselecteerd en die twee lijnen vervolgens verder laten paren. Tien generaties verder ontdekten we dat ook het mannetjesferomoon meeveranderde. Momenteel onderzoeken we of die mannengeuren andere mannetjes (concurrenten) weghouden. Er zijn aanwijzingen dat dat inderdaad zo is.
‘Verder weten we nog niet hoe het vrouwtje zich gedraagt als ze een bepaald mannetje lekker vindt ruiken. Dat gaan we onderzoeken door de vrouwtjes twee verschillende geuren aan te bieden en met behulp van hogeresolutiefilms te analyseren wat ze doet. Steekt ze haar legboor uit of doet ze bijvoorbeeld haar antennes naar beneden? Ook proberen we de samentrekking van de spier die aan hun feromoonklier vastzit te meten.’
Vrouwtjesmotten lokken mannetjes met geur?
‘De ene sekse trekt de andere aan, dat is het algemene idee onder biologen. Bij nachtvlinders is tot nu het onderzoek vooral gericht op het vrouwtjesferomoon. Het vrouwtje lokt de mannetjes door te callen; ze drukt dan haar feromoonklier naar buiten, zodat de mannetjes haar tot op wel kilometers afstand kunnen ruiken. Maar misschien kijken we steeds in de verkeerde richting en kiest het vrouwtje wel het mannetje uit dat zij het lekkerst vindt ruiken, nadat meerdere mannetjes op haar geur zijn afgevlogen. In dat geval spelen dus beide seksen een rol in de paringsdans.’
Een datingsite op basis van geurprofielen?
‘De Zwitserse bioloog Claus Wedekind onderzocht seksuele aantrekking op basis van geur door vrouwelijke studenten aan bezwete mannen-T-shirts te laten ruiken. Uit de resultaten bleek dat vrouwen die geen anticonceptiepil slikten de T-shirts van mannen met een ander immuunsysteem lekkerder vonden. De anticonceptiepil heeft net als het immuunsysteem invloed op onze hormoonhuishouding en daarmee op onze lichaamsgeuren.
‘Bij andere zoogdieren zoals muizen is wel duidelijk aangetoond dat partners met een verschillend immuunsysteem elkaar aantrekken. Evolutionair gezien heeft dit voordeel, want het nageslacht krijgt zo meer genetische variatie. Maar mensen nemen niet met elke partner kinderen. Daarbij spelen zo veel andere factoren een nog veel grotere rol dat de invloed van geur op partnerkeuze bij ons moeilijk te onderzoeken is. Motten kunnen we bovendien manipuleren voor experimenten, bijvoorbeeld door de mannetjes van hun geur te ontdoen. Dat kunnen we bij onze mannen natuurlijk niet.’
Selecteert u uw partners ook op geur?
‘Ik denk dat lichaamsgeuren bij ons eerder een negatief effect hebben. Als iemand verschrikkelijk stinkt, gaat het hele feest niet door. Ik vind mijn partner lekker ruiken, maar dat is waarschijnlijk een leereffect. Wij koppelen geuren en emoties vooral aan herinneringen. Dat heeft niets met erfelijkheid te maken.’
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.