Een systeem van onderling verbonden holtes, dat voorkomt in weefsel op verschillende plaatsen in ons lichaam, is tot nog toe over het hoofd gezien. De met vloeistof gevulde ruimtes spelen mogelijk een rol bij de verspreiding van tumoren.
Al eeuwenlang snijden wetenschappers levende en dode mensen open om te begrijpen hoe ons lichaam werkt. Je zou verwachten dat er ondertussen weinig nieuws meer te ontdekken valt. Toch zagen Petros Benias van New York University School of Medicine en zijn collega’s iets verrassends bij een patiënt. Een weefsel waarvan tot nu toe werd gedacht dat het een compact geheel was, bleek vol te zitten met onderling verbonden holtes gevuld met vloeistof.
Het weefsel bevindt zich onder onze huid en omringt longen, verteringsstelsel, urinewegen, aderen en spieren. De onderzoekers vermoeden dat het als een soort schokdemper dient voor deze samentrekkende en uitzettende organen. Daarnaast functioneert het als een ‘snelweg’ voor vloeistof in ons lichaam. Dat zou ook kunnen verklaren waarom kanker die zich in het weefsel nestelt, zich sneller verspreidt. ‘Deze ontdekking helpt ons beter voorspellen hoe groot het risico op uitzaaiingen is’, zegt medisch celbioloog Leendert Looijenga van het Erasmus Medisch Centrum, zelf niet betrokken bij het onderzoek.
Vreemde gaten
De holtes werden per toeval ontdekt toen twee van de onderzoekers, David Carr-Locke en Petros Benias de galbuis van een kankerpatiënt bekeken om te zien of de kanker zich verspreid had. Daarvoor gebruiken ze een relatief nieuwe techniek: een endoscoop – een dunne slang met een camera eraan – gecombineerd met een laser en speciale sensoren die het gereflecteerde laserlicht opvangen. Daarmee konden de onderzoekers het weefsel op een diepte van 0,06-0,07 millimeter bekijken.
Op de beelden ontdekten ze ruimtes in het spierweefsel die in niets leken op wat ze kenden uit de anatomieboeken. Met de foto’s van dit vreemde verschijnsel gingen ze naar de patholoog Neil Theise. Maar toen hij het weefsel onderzocht, zag hij niks van de gekke structuur.
Ingezakte holtes
Dat komt doordat bij preparatie van het weefsel voor microscopisch onderzoek, de traditionele manier om weefsel te onderzoeken, de holtes kapot gesneden worden. Hierdoor loopt de vloeistof eruit en zakt het geheel in elkaar. Wat overblijft, lijkt onder de microscoop een ‘gewoon’ compact weefsel. Dat verklaart ook meteen waarom de ruimtes nooit eerder ontdekt waren. Pas toen Theise beter keek, zag hij hele dunne groeven. In plaats van scheurtjes in het weefsel, zoals eerst gedacht, waren dit de restanten van de in elkaar geklapte holtes.
Dit vormde het begin van het onderzoek. In verschillende patiënten die op dat moment een operatie ondergingen werd gekeken of ook zij de vreemde holtes hadden. Daaruit bleek dat het geen toevallige afwijking was: de gaten komen bij iedereen voor.
‘Blijkbaar snappen we het menselijk lichaam nog niet zo goed als we dachten’, vertelt Looijenga. ‘Het leuke aan dit onderzoek is dat het laat zien dat andere technieken ons soms weer heel nieuwe dingen kunnen leren.’
Een nieuw orgaan?
In nieuwsberichten wordt zelfs af en toe gesproken van een ontdekking van een nieuw orgaan, maar dat lijkt te kort door de bocht. Een orgaan is een deel van het lichaam dat zijn eigen taak heeft en dat lijkt hier niet het geval. ‘Het lijkt meer op een systeem dat in meerdere organen voorkomt’, zegt Jordi Heijman van de Universiteit Maastricht, niet betrokken bij het onderzoek. De onderzoekers zelf noemen het in hun artikel ook geen orgaan.
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder: