Bezoekers zijn tevreden. Ze komen in grote getalen en blijven langer dan bij andere musea. Toch ondergaat wetenschapsmuseum Nemo momenteel een kostbare, vijf jaar durende metamorfose. Vandaag gaat de vernieuwde eerste verdieping alvast open voor het publiek. Vanwaar al deze veranderingen?
Stel, je staat op het dak van een groot groen gebouw nabij het IJ in Amsterdam. In elke hand heb je een bal. Ze zijn even groot, maar niet even zwaar. Je laat beide ballen vallen. Welke bereikt als eerste de grond?
Het is een klassiek experiment. Al in 1589 beklom Galileo, volgens de overlevering, de scheve toren van Pisa om twee kanonskogels te laten vallen. Drie jaar eerder deed Simon Stevin hetzelfde vanaf de Nieuwe Kerk in Delft. Vanaf vandaag, honderden jaren later, kunnen bezoekers van Nemo het experiment herhalen. Niet vanaf het dak, helaas, maar binnen op de vernieuwde eerste verdieping, die sinds vandaag de naam Fenomena draagt.
Megazeepbel
Dat juist de eerste verdieping is herzien lijkt opmerkelijk. Het is sinds de opening van Nemo in 1997 de meest populaire etage van het museum. Mede dankzij klassiekers als de teslabol en de megazeepbel. Die mogen dan ook blijven. Er zijn zelfs drie ‘speel-exposities’ bijgekomen. Zoals de bak met ijzerhoudend water. Beweeg er een magneet onder en een veld met waterstekels rijst omhoog, als een jongenskapsel rond de eeuwwisseling. Een vreemd schouwspel, dat onvermijdelijk een gevoel van verwondering oproept. Wat is dit? Hoe kan dit?
Dat gevoel van verwondering, die eerste vonk van interesse in natuurkundige fenomenen, daar is het Nemo altijd om te doen geweest. Maar die ene vonk is niet langer voldoende, vinden ze nu. ‘Onze bezoekers zijn tevreden, maar we willen meer bereiken,’ stelt adjunct-directeur Amito Haarhuis. ‘Onze missie is om bij bezoekers een onderzoekende houding achter te laten.’
Vonk wordt vuur
Hoe doe je dat? In elk geval niet door bezoekers te bombarderen met feitjes, denkt Haarhuis. ‘Dat is hoe het op school gaat. En daar leren kinderen vaak hun natuurlijke nieuwsgierigheid af.’ Nemo lijkt het adagium van de Griekse filosoof Plutarchus te hebben overgenomen. ‘De geest is geen vat dat gevuld moet worden, maar een vuur dat moet worden aangewakkerd,’ schreef hij ooit.
Zijn stelling wordt nu bevestigd door onderzoek van hoogleraar Maartje Raijmakers van de Universiteit van Amsterdam. Haar taak is ontdekken hoe je van een kleine vonk een woekerend vuur maakt. De nieuwe inrichting van de eerste etage reflecteert haar bevindingen. Zo hebben de bordjes met feitelijke informatie deels plaats gemaakt voor vragen, die op de grond staan geschreven. ‘De bezoeker wordt meer uitgedaagd zélf dingen te ontdekken,’ stelt Elles van Vegchel, die verantwoordelijk is voor de inrichting van de eerste verdieping.
De vragen op de vloer zijn niet alleen gericht op kinderen. Ruim de helft van de 600.000 bezoekers die Nemo jaarlijks trekt is volwassen. Maar daar is soms weinig van te merken. ‘Volwassenen hebben soms moeite om de schroom van zich af te werpen en zich actief tussen de kinderen te mengen’, weet Haarhuis. ‘We willen ze aanmoedigen om zelf, of samen met hun kinderen, op ontdekking te gaan. Uit onderzoek blijkt dat kinderen daar ook baat bij hebben.’
In de nieuwe opzet kunnen ouders en kinderen halverwege de etage stemmen op de belangrijkste wetenschappelijke ontdekkingen, kunnen ze een mini versie van de Ovale Zaal van Teylers Museum binnenwandelen, en mogen ze zelf wetenschappelijke experimenten uitvoeren. Zoals met de twee vallende ballen. En aan het eind van de etage wacht de heilige graal: Science Live.
Daar mogen de bezoekers die een paar uur eerder nog spelenderwijs zijn begonnen, deelnemen aan échte, actuele wetenschappelijke onderzoeken. Voorbeelden? Zo werd dit jaar ‘Kun jij beter lichaamstaal lezen dan een aap? onderzocht. En ‘Wie liegt beter, jong of oud?’
Echte wetenschap
Het nieuwe Nemo moet een coherente reis voorstellen, die begint bij spelen en eindigt bij echte wetenschap. En de eerste etage is nog maar het begin. Tegen 2019 moeten álle verdiepingen van Nemo meer verdieping bieden.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: