De T. rex wordt vaak bespot vanwege zijn korte armpjes. De vondst van een niet-verwante dino met net zulke korte voorpoten laat echter zien dat de armpjes waarschijnlijk wel functioneel waren.
Paleontologen hebben een nieuwe dinosaurussoort ontdekt in de Huincul-formatie in Argentinië. De Gualicho shinyae draagt een lappendeken aan verschillende kenmerken met zich mee. Hij heeft het meeste weg van een Allosaurus, een subgroep van op twee poten lopende, vogelachtige theropoden. Het meest opvallende kenmerk van de Gualicho is echter dat die net zulke korte armpjes had als de T. rex – dat terwijl de twee soorten op verschillende continenten leefden.
De Huincul-formatie staat bekend om zijn opmerkelijke dinofossielen, onder andere van de Argentinosaurus, wellicht de grootste dino die ooit heeft geleefd. Nog nooit was op deze plek echter iets gevonden dat in de verste verte lijkt op de Gualicho.
‘De Gualicho heeft anatomische eigenschappen die je in ver van elkaar verwijderde groepen theropoden ziet’, zegt Pete Makovicky van het The Field Museum in Chicago, een van de auteurs van de publicatie over de ‘lappendekendino’. ‘Hij lijkt het meest verwant aan de Allosaurus, maar de precieze indeling is onduidelijk.’
Kleuterarmen
De paleontologen schatten dat Gualicho tussen zeven en acht meter lang was en ongeveer evenveel woog als een ijsbeer. Zijn armen waren echter niet langer dan die van een kleuter.
Het nut van de korte armpjes van de T.rex is onder wetenschappers altijd een discussiepunt geweest. Theorieën lopen uiteen van het grijpen van de partner tijdens het paren tot het vasthouden van een prooi bij het uitdelen van de genadeklap. Daarnaast zijn er veel deskundigen die denken dat de voorpoten helemaal geen nuttige functie hadden.
Dominante predators
Het feit dat de Tyrannosaurus en de Gualicho onafhankelijk van elkaar – ze bezetten verschillende takken van de dinostamboom – dezelfde sterk verkorte ledematen met slechts twee vingers hebben ontwikkeld, suggereert wel een evolutionair nut. ‘Het lijkt iets dat nakomelingen van dominante predators standaard ontwikkelen’, zegt Makovicky. Als een kenmerk meerdere keren onafhankelijk opduikt, wordt het steeds onwaarschijnlijker dat het toevallig is geëvolueerd.
Thomas Carr van het Carthage College in Wisconsin, niet betrokken bij het onderzoek, denkt ook dat de armpjes geen nutteloze aanhangsels waren. ‘Natuurlijk zijn de armen kort en hebben ze maar twee vingers, maar het is duidelijk dat de voorpoten in ieder geval bij de Tyrannosaurus behoorlijk sterk waren’, zegt hij. De ware kracht van de T. rex zat echter in zijn enorme schedel, die hij waarschijnlijk gebruikte om te jagen. Daarom had hij geen grote voorpoten nodig. Het is mogelijk dat de Gualicho een vergelijkbare jachtstrategie volgde, zodat ook hij korte armpjes ontwikkelde.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: