Amerikaanse wetenschappers hebben een bijna compleet skelet gevonden van een voorheen onbekende dinosoort. De Dreadnoughtus schrani is het zwaarste landdier waarvan het gewicht nauwkeurig is bepaald.

De plek waar Dreadnoughtus is opgegraven.  Bron: Kenneth Lacovara
De plek waar Dreadnoughtus is opgegraven.
Bron: Kenneth Lacovara

De dinosauriër behoorde tot de plantetende Sauropoda en leefde zo’n 77 miljoen jaar geleden. Het gevonden exemplaar was 26 meter lang en woog bijna 60.000 kilogram. Met dat gewicht was hij meer dan zeven keer zo zwaar als de T. rex. Het skelet, dat nog zeventig procent van de lichaamsbotten bevatte, toonde aan dat deze Dreadnoughtus nog niet eens volgroeid was.

Botten-verzameling

Misschien was de Argentinosaurus zwaarder dan de Dreadnoughtus, maar dat zullen we pas weten als wetenschappers een compleet fossiel vinden.  Bron: PLOS ONE
Misschien was de Argentinosaurus zwaarder dan de Dreadnoughtus, maar dat zullen we pas weten als wetenschappers een opperarmbeen en dijbeen vinden.
Bron: PLOS ONE

De gevonden botten zijn onder andere wervels uit de tien meter lange staart, een nekwervel met een diameter van bijna een meter, ribben, schouderbladen, een klauw en een tand. De wetenschappers gebruikten botten uit de poten, waaronder een opperarmbeen en een dijbeen van bijna twee meter lang, om de massa van het beest te schatten.

Om het gewicht van deze megadino’s te schatten, hebben wetenschappers zowel het opperarmbeen als het dijbeen nodig. De Argentinosaurus was wellicht nog zwaarder dan de Dreadnoughtus, maar vanwege de incomplete fossielen kunnen wetenschappers hier geen uitsluitsel over geven.

Naamgeving

Paleontoloog Kenneth Lacovara, onder wiens leiding de vondst gebeurde, ging over de naamgeving. ‘Met een lichaam zo groot als een huis, het gewicht van een kudde olifanten, en een staart die als wapen kon dienen, had de Dreadnoughtus nergens angst voor’, zegt Lacovara in een persverklaring (to dread is vrezen, noughtus verwijst naar niets, red). De naam schrani verwijst naar ondernemer Adam Schran, die het onderzoek steunde.

Lees ook: