Geologen van de University of Massachusetts (VS) ontwikkelden een nieuwe methode om gesteenten veel gemakkelijker en nauwkeuriger te dateren.
Wetenschappers kunnen met conventionele technieken de leeftijd van een gesteente bepalen met een nauwkeurigheid van zo’n vijf tot tien miljoen jaar. Met een recent ontwikkelde techniek is dat nog slechts een tot twee miljoen jaar. “Dit geeft veel preciezere informatie over de processen die zich afspelen in de aardkorst,” vertelt Michael Williams, geoloog aan de University of Massachusetts.
De Amerikanen ontwikkelden een nieuwe versie van een reeds bestaand instrument, de zogenaamde elektronen-microprobe. Dit instrument brengt de atomen van een oppervlak in aangeslagen toestand door er als een minuscuul kanon elektronen op af te vuren. Als die atomen weer terugvallen in hun oorspronkelijke energietoestand zenden ze röntgenstralen uit met een voor elk element karakteristieke golflengte. Uit het spectrum van de uitgezonden röntgenstralen lezen onderzoekers vervolgens de elementaire samenstelling van het oppervlak af.
Monaziet
De nieuwe methode is gebaseerd op het analyseren van kristallen van het mineraal monaziet. Dat is in veel gesteenten aanwezig, maar in zulke kleine hoeveelheden dat geologen er voorheen niets mee konden. De vernieuwde probe heeft echter genoeg aan oppervlakken met een doorsnede van één micrometer. Monaziet is uitermate geschikt als geologische tijdsmeter, omdat het relatief veel thorium en uraan bevat. De snelheid van het radioactief verval van deze twee elementen is precies bekend.
“Het dateren is nu ook veel minder arbeidsintensief,” zegt Williams. “We hoeven de stenen voor deze methode namelijk niet meer tot poeder te vermalen. In bepaalde gevallen zijn geologen daar extra blij mee, bijvoorbeeld als het om stenen gaat die van de maan komen, of als er zeldzame fossielen in zitten.”