Donororganen blijven drie keer zo lang ‘vers’ dankzij een nieuwe koeltechniek. Dat melden onderzoekers in Nature Medicine. De nieuwe techniek zou talloze mensenlevens kunnen redden.
De onderzoekers behandelden rattenlevers met twee chemicaliën die samen functioneren als een soort antivries. De eerste stof vult de ruimtes tussen de cellen en beschermt de celmembranen. De tweede stof verlaagt het vriespunt van water, waardoor het water in de cellen zelfs bij temperaturen onder nul vloeibaar blijft. Er ontstaan daardoor geen ijskristallen die het orgaanweefsel beschadigen. Na de behandeling koelden de onderzoekers de levers tot -6 graden Celsius.
Nadat drie dagen verwarmden de onderzoekers de organen langzaam door ze met een warme vloeistof te spoelen. Achttien ratten ondergingen vervolgens een transplantatie met deze supergekoelde organen. Drie maanden later waren alle dieren nog in leven. Vier dagen koelen bleek de levers wel te beschadigen: slechts 54 procent van de ratten die zo’n lever kregen, leefden een maand later nog. Ratten in een controlegroep kregen organen die met traditionele technieken waren gekoeld. Deze dieren zijn allemaal binnen drie maanden gestorven.
Menselijke organen
Als de koeltechniek ook werkt op menselijke organen, is dat geweldig nieuws voor de medische wereld. Zodra een lever uit het donorlichaam is gehaald, blijft het orgaan momenteel nog zo’n halve dag intact. Als de transplantatie niet binnen die tijd gebeurt, bijvoorbeeld doordat de afstand tussen de donor en ontvanger te groot is, raakt het orgaan onbruikbaar. Dankzij de nieuwe koeltechniek zouden er dus veel meer organen bruikbaar blijven, en kunnen artsen veel meer levens redden.
De nieuwe koeltechniek kan er ook voor zorgen dat organen tijdens opslag minder beschadigen. Ook daardoor zouden er duizenden extra donororganen bruikbaar blijven, vertelde onderzoeksleider Bote Bruinsma aan onze Engelse New Scientist-collega’s.
Drie jaar
Het onderzoeksteam erkent wel dat het lastiger is om een menselijk orgaan te koelen dan een rattenlever, omdat de grotere afmetingen een gelijkmatige koeling bemoeilijken. Bruinsma heeft er echter vertrouwen in: zijn team stapt nu over op proeven met grotere dieren. Daarnaast werken ze met menselijke levers die zijn geweigerd als transplantaten. Bruinsma hoopt over drie jaar de eerste proeven met menselijke patiënten uit te voeren.