De Nobelprijs voor de scheikunde is gewonnen door onderzoekers die het voor elkaar kregen om de klassieke beperkingen van lichtmicroscopen te omzeilen. Daardoor kunnen onderzoekers tegenwoordig processen in levende systemen, zoals cellen, in veel meer detail dan voorheen bestuderen.

De Nobelprijs voor de scheikunde gaat in 2014 naar de Amerikanen Eric Betzig en William Moerner, en de Duitser Stefan Hell. Zij bedachten technieken om met laserlicht en speciale flurescerende moleculen het binnenste van cellen veel beter in kaart te brengen. De techniek maakte het voor het eerst mogelijk dat onderzoekers de interactie van individuele moleculen in cellen konden bestuderen en celdeling tot op nanoniveau in kaart konden brengen.

Met hun innovatieve ideeën doorbraken de onderzoekers een limiet in de optische microscopie die onder natuurkundigen bekend stond als de Abbe-limiet. Die stelde dat het door de eigenschappen van het licht nooit mogelijk zou zijn om met een optische miscroscoop structuren waar te nemen die kleiner waren dan 0,2 micrometer – grofweg de helft van de golflengte van licht.

Levend weefsel

Hoewel de Abbe-limiet vandaag de dag voor traditionele microscopen nog altijd opgaat, bedachten Betzig, Moerner en Hell verschillende methoden om die wet te omzeilen. Bovendien konden zij met hun techniek levend weefsel bestuderen. De andere microscoop met een extreme resolutie, de zogeheten elektronenmicroscoop, kan alleen dode cellen bestuderen.

Het Nobelcomité vergelijkt de doorbraak in de microbiologie die de techniek veroorzaakte met de sprong van het kunnen zien van de contouren van de gebouwen in een stad, naar het kunnen zien van de individuele inwoners en de manier waarop deze hun leven slijten.

De komende dagen worden alle Nobelprijswinnaars van 2014 bekend gemaakt. Maandag begon de prijzenregen met de Nobelprijs voor de geneeskunde. Gisteren was het de beurt aan natuurkunde. De komende dagen volgen nog de prijzen voor de literatuur (morgen, donderdag), vrede (vrijdag) en economie (maandag 13 oktober). De prijzen zelf worden pas uitgereikt op 10 december, de sterfdag van Alfred Nobel, die met zijn testament in 1895 de prijs instelde. Winnaars ontvangen een geldbedrag van 8 miljoen Zweedse kronen (880.000 euro) per prijs, verdeeld over het aantal winnaars.

Bekijk hier de bekendmaking van de Nobelprijs voor de scheikunde, vanmorgen in Stockholm:

Lees verder: