De bekendmaking van de Nobelprijzen in de eerste twee weken van oktober vormt het wetenschappelijke hoogtepunt van het jaar. De website van het Nobelcomité, vermeldt vrij uitgebreid voor welke wetenschappelijke bijdrage de laureaten hun prijs hebben verdiend.
De natuurkundigen Robert Laughlin, Horst Störmer en Daniel Tsui voor hun werk aan het fractionele kwantum-Hall-effect. Störmer en Tsui namen dit effect in 1982 waar in de beroemde Bell Labs, tegenwoordig Lucent Technologies, terwijl Laughlin er een jaar later de theoretische verklaring voor leverde.
De scheikundigen Walter Kohn en John Pople hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de theoretische en computationele scheikunde. Kohn vereenvoudigde de wiskunde om atoombindingen te beschrijven. Dankzij zijn density-functional theory kunnen computers het gedrag van ingewikkelde enzymen berekenen. Pople verwerkte de kwantummechanica in rekenmethoden voor de computer. Die verschaffen inzicht in de precieze gebeurtenissen tijdens een chemische reactie.
De Nobelprijs voor geneeskunde en fysiologie gaat naar Robert Furchgott, Louis Ignarro en Ferid Murad voor de ontdekking dat stikstofmonoxide (NO) in biologische systemen als signaalmolecuul optreedt. De buckybal, Molecule of the Year van Science in 1991, leverde de ontdekkers in 1996 de Nobelprijs op. NO was in 1992 Molecule of the Year. Het tumorrepressormolecuul P53 had deze eer in 1993 – benieuwd wanneer de onderzoekers daarvan de Nobelprijs krijgen.