Vlak voor je gaat slapen nog op het schermpje van je telefoon, laptop of tablet turen: het wordt steeds gewoner. Uit onderzoek van het RIVM, Nederlands Herseninstituut en UMC Amsterdam blijkt een verband tussen dat schermgebruik en het slaapgedrag van tieners. Volgens UMC-hoogleraar Andries Kalsbeek spelen andere lichtbronnen echter ook een grote rol.

 Waar ligt het verband tussen slecht slapen en schermpjes van telefoons en tablets?
‘We weten sinds ongeveer vijftien jaar dat niet alleen de kegeltjes en staafjes op je netvlies informatie kunnen doorgeven over licht. 1 à 2 procent van de zogeheten retinale ganglioncellen is ook lichtgevoelig. De biologische klok ontvangt lichtinformatie via deze cellen.’

Waarom dan onderzoek naar schermlicht, en niet naar andere lichtbronnen?
‘Voor beeldschermen wordt ledverlichting gebruikt; daarin zit relatief veel blauw licht, meer dan in een tl-balk of de zon. Blauw licht heeft meer effect op de biologische klok dan ander licht. Je lichtgevoelige retinale ganglioncellen gebruiken melanopsine, een enzym dat gevoelig is voor blauw licht. Melanopsine is betrokken bij de regulatie van de afgifte van melatonine [een hormoon dat veel in verband wordt gebracht met slaapritme, red.].’

Hoe hebt u het onderzoek uitgevoerd?
‘In een enquête, uitgezet onder middelbare scholieren, stonden vragen over hun schermgebruik en slaapgedrag. Met de resultaten van die twee vragen konden we een vergelijking maken tussen een groep die veel schermen gebruikt en een groep die weinig schermen gebruikt. Frequente schermkijkers gingen later naar bed en hadden meer slaapproblemen.’

Maar slapen ze slechter door hun schermgebruik, of gebruiken ze die schermen omdat ze niet in slaap kunnen komen?
‘Om dat te onderzoeken hebben we jongeren die veel naar lichtgevende schermen kijken een extra taak gegeven. Ze gebruikten een week lang ’s avonds geen scherm; een andere week droegen ze ’s avonds een oranje bril die het blauwe licht filtert. Dat werd vergeleken met een meting waarbij de jongeren hun gebruikelijke gedrag vertoonden. In alle weken werden er monsters van het speeksel genomen om de melatoninespiegels te meten. In beide experimentele weken verbeterde het slaapgedrag.
‘De kracht van dit onderzoek is dat het is uitgevoerd in de thuissituatie, niet in een laboratorium.’

Andries Kalsbeek. Foto: Jeroen Oerlemans

Het slaapgedrag verbeterde, maar het melatoninegehalte in de week zonder scherm verschilde niet van dat in de week met scherm. Waarom is er dan toch een verband tussen blauw licht van telefoonschermen en melatonineafgifte?
‘We vonden inderdaad geen verschil tussen de gebruikelijke situatie en de week zonder schermgebruik, maar wel een verschil met de week waarin jongeren een oranje bril droegen om het blauwe licht te blokkeren. Wat wij concluderen, is dat niet alleen het licht dat van je scherm komt van belang is, maar ook ander licht in de huis- of slaapkamer. Filter je ál het blauwe licht weg, dan wordt de afgifte van melatonine minder onderdrukt.
‘Overigens is er een wetenschappelijke discussie gaande over de vraag of melatoninespiegels überhaupt invloed hebben op slaapkwaliteit. De effecten van licht op melatonine en slaap kunnen ook via aparte hersensignaalpaden lopen.’

Het slaapgedrag werd gemeten door de deelnemers een enquête te laten invullen. Vullen die pubers dan niet gewoon in wat ze verwachten, of wat ze goed uitkomt?
‘Dat kan, dat is een mankement aan het onderzoek. Met een enquête ben je afhankelijk van wat mensen zelf ervaren. Maar we hebben slaapgedrag ook gemeten met een actiwatch, een polsband die beweging registreert. In een vervolgonderzoek willen we slaap meten met een hersenscan, om objectief en nauwkeurig vast te kunnen stellen of mensen daadwerkelijk beter gaan slapen.’

Andries Kalsbeek is hoogleraar neuroendocrinologie in het UMC Amsterdam. Hij is een van de senior-onderzoekers van de studie naar de invloed van schermtijd op slaap, waarvan de resultaten in mei zijn gepubliceerd in vakblad Endocrine Abstracts.