De astronoom Sir Fred Hoyle, tegenstander van de oerknaltheorie, is overleden op een leeftijd van 86 jaar.

Weliswaar bedacht Fred Hoyle de term ‘big bang’, maar hij heeft de theorie nooit geaccepteerd. Nog vorig jaar publiceerde hij met twee collega’s een boek over kosmologie, waarin hij pleit voor zijn ‘steady state’-theorie. Volgens die theorie ondergaat het heelal een proces van continue groei. “Elk cluster van sterrenstelsels, elke ster en elk atoom heeft een begin, maar het heelal zelf niet”, aldus Hoyle.

Dankzij bijdragen voor de BBC en twee sciencefictionboeken was hij de bekendste Britse astronoom. Van 1958 tot 1972 was hij hoogleraar aan Cambridge University, waarna hij doceerde aan Cornell University tot 1978. Waarnemingen met radioastronomie lieten in de jaren vijftig zien dat het heelal sneller uitdijde dan Hoyle’s theorie voorspelde. Dat gaf aanleiding tot het idee dat het heelal met een ontploffing van extreem dichte materie begon – de ‘big bang’ ofwel oerknal. “Hij lanceerde de term eigenlijk als een verwijt aan de conventionele wijsheid”, vertelt Hoyles medewerker prof Chandra Wickramasinghe. “De standaard oerknaltheorie zegt dat alles begon op een precies moment in de tijd. Daarvoor was er niets. Hoyle geloofde, net als ik, dat die theorie verkeerd is. Het heelal heeft volgens ons een oneindige leeftijd en strekt zich oneindig uit in de ruimte.”

Inspiratiebron

In de jaren vijftig vonden Hoyle en collega’s dat chemische elementen zwaarder dan helium ontstaan door fusiereacties in sterren. Tot zijn ongenoegen ging de Nobelprijs voor deze ontdekking naar Fowler en Chandrasekhar. Fowler noemt Hoyle in zijn autobiografie wel als een van zijn belangrijkste inspiratiebronnen. Vanaf eind jaren zeventig publiceert Hoyle met Wickramasinghe diverse boeken over leven dat uit de ruimte op Aarde is terechtgekomen en leven op Mars. Zelfs ziekten zoals aids zouden volgens deze controversiële wetenschappers een buitenaardse oorsprong hebben.