Isotopen van een stalagmiet uit een grot in Belize bevestigen het vermoeden dat de Maya-cultuur ten onder ging aan aanhoudende droogte.

De verschillende lagen van de stalagmiet laten de klimaatveranderingen van de afgelopen 2000 jaar zien. Milieu-antropoloog Douglas Kennett van de staatsuniversiteit onderzocht met zijn team de isotopen in de druipsteenpilaar. Hun resultaten vergeleken ze met Maya inscripties van oorlog en onvrede. In droge periode schreven de Maya’s meer over onrust en oorlog, concludeert Kennett. Hij publiceert zijn resultaat in vakblad Science.

De onderzoekers stelden met de stalagmiet vast dat tussen het jaar 800 en 870 n.Chr en tussen 1020 en 1100 n.Chr droge perioden plaatsvonden. De Maya’s legden belangrijke gebeurtenissen vast met stenen monumenten vol inscripties. Daarin komen ook onrust en spanning in de samenleving in voor. De onderzoekers zagen dat vanaf het jaar 660 tot aan 900 de Maya’s vaker over rivaliteit en onvrede schreven. Dat viel samen met drogere perioden. ‘Ook gaven de Maya’s in drogere perioden meer offers aan hun regengod Chaac’, zegt aardwetenschapper James Baldini die meewerkte aan het onderzoek. De aanhoudende droogte gedurende bijna 100 jaar deed de Maya’s uiteindelijk rond het jaar 1020 de das om.

Het was niet alleen de droogte die de Maya’s naar hun ondergang leidde, maar vooral ook de tijd waarop de droogte intrad. Voor de droogte had de Maya-beschaving een periode van grote ontwikkeling. Door gunstige klimaatomstandigheden bloeide de landbouw op waardoor ook de populatie uitbreidde. Een droge periode zorgde voor een extra grote druk op hun grondstoffen en voedselvoorzieningen. ‘Die druk zorgde voor het uiteenvallen van de politieke systemen toen de omstandigheden droger werden’, verklaart Kennett. Volgens de onderzoekers konden de Maya’s zich niet voldoende aanpassen aan het drogere klimaat wat uiteindelijk resulteerde in hun ondergang.

Elske Krikhaar