Modern gevormde oermensen liepen al honderdduizend jaar geleden rond in China – op een tijdstip en een plaats waarop dat volgens de huidige inzichten helemaal niet kan.

Net dachten paleoantropologen wel zo’n beetje te begrijpen hoe de moderne mens zich over de wereldbol verspreidde, brengt een Chinees-Amerikaans team een bom onder de theorie tot ontploffing. Een bom in de vorm van een onderkaak en twee kiezen, opgegraven in een grot in Zuid-China, die eigenlijk helemaal niet horen te bestaan.

Volgens de gangbare theorieën heeft onze soort Homo sapiens zich vanuit Afrika verspreid over de wereld, waar hij zijn primitievere voorgangers verdrong. Ongeveer 90.000 jaar geleden maakte Homo sapiens een korte excursie naar het Midden-Oosten, maar de definitieve doorbraak kwam pas zo’n 50.000 jaar geleden. Toen rukte de moderne mens razendsnel op naar Europa en Azië.

De nieuw gevonden botten zijn echter veel ouder: zeker 100.000 jaar. En ze liggen op een plek waar volgens de huidige inzichten toen nog helemaal geen moderne mensen woonden, namelijk in Zuid-China.

‘Dat maakt ze de oudste moderne menselijke fossielen in Oost-Azië’, schrijft het team onder leiding van Wu Liu van het Key-laboratorium voor evolutionaire systematiek in Beijing in het vakblad Proceedings of the National Academy of Sciences.

‘Ze gaan meer dan 60.000 jaar vooraf aan de oudst tot dusver bekende moderne menselijke restanten in de regio.’

Rechte kin

De stoffelijke resten lijken nog het meest op vroeg-moderne oermensen uit Afrika, stelt het onderzoeksteam vast. De kin aan de opgegraven onderkaak is recht en hoog, net als bij moderne mensen, maar anderzijds is het bot steviger dan je normaal van een Homo sapiens zou verwachten. De fossielen behoren toe aan twee of drie individuen, die vermoedelijk als jongvolwassenen zijn gestorven.

Bij Natuurhistorisch Museum Naturalis ging er door paleontoloog John de Vos ‘een schok’ heen toen hij van de vondst hoorde. ‘Ze bevestigen hier wat wij zelf hebben gevonden in Java’. Enkele jaren geleden beschreven De Vos en collega’s twee kiezen uit Java die er ook ‘heel erg [modern] menselijk’ uitzagen. Die waren 128.000 jaar oud, óók veel ouder dus dan de uittocht uit Afrika.

De vondst werd echter niet erg serieus genomen, omdat de kiezen niet in het veld waren gevonden, maar onderdeel zijn van de museumcollectie van paleontoloog Gustav von Koenigswald. Die vond ze vlak voor de Tweede Wereldoorlog bij Punung.

‘Dit pas heel goed in mijn straatje’, zegt De Vos dan ook na bestudering van foto’s van de nieuwe Chinese fossielen. ‘Wat mij betreft is dit gewoon een Homo sapiens.

Mengvorm

Het Chinees-Amerikaanse team, met in zijn midden de vooraanstaande paleoantropoloog Erik Trinkaus, houdt het erop dat het hier gaat om een tussenvorm gaat tussen ouderwets en modern. Het is zelfs niet uitgesloten dat het om een mengvorm gaat.

Maar daarmee is De Vos het niet eens. ‘Het hoeft niet. De moderne mens zat 200.000 jaar geleden al in Afrika. Dan kunnen ze 80.000 jaar later heel goed in Java en Zuidoost-Azië zitten.’

Ook is het denkbaar dat de fossielen toebehoren aan een nieuw soort mensachtige, die ter plaatse is ontstaan, denkt het Chinees-Amerikaanse team. ‘De gegevens zijn niet gemakkelijk verenigbaar met enig scenario waarbij de mens wegtrok uit Afrika en de andere populaties verving.’

Die bewering is vloeken in de kerk. Tientallen jaren lang sloegen oermensenonderzoekers elkaar de spreekwoordelijke schedel in om de vraag hoe de moderne mens is ontstaan. Volgens de ‘Out-Of-Africa’-aanhangers komen we uit Afrika, volgens de ‘multiregionalisten’ stammen alle nu levende mensen af van soorten die op verschillende plekken afzonderlijk zijn ontstaan.

Bloedlijn

De laatste jaren was er eindelijk wat rust in de tent gekomen, omdat genetisch onderzoek uitwijst dat de bloedlijn van onze soort inderdaad lijnrecht terugvoert naar Afrika.

Liu en zijn collega’s gooien de knuppel nu echter opnieuw in het hoenderhok. ‘Deze fossielen ondersteunen bevolkingsscenario’s voor de opkomst van de moderne mens die uitgaan van continuïteit van de bevolking en vermenging in Oost-Azië,’ schrijven ze.

De Vos verwacht dat de nieuwe ontdekking het begin is van een nieuwe reeks. ‘China is steeds toegankelijker, er zal daar steeds meer gegraven worden en meer naar buiten komen. Bovendien is men, nu men dit eenmaal heeft gevonden, er meer op bedacht.’