Een ruimteschip moet een snelheid van meer dan 500 kilometer per seconde halen om de Melkweg te verlaten. Door de massa van ons sterrenstelsel te bepalen, berekenden astronomen hoe snel je moet gaan om uit de Melkweg te ontsnappen.
Twee promille van de lichtsnelheid, zo hard moet een ruimteschip gaan om ons sterrenstelsel te verlaten. Een team van astronomen achterhaalde de massa van de Melkweg en berekende hoe snel we moeten gaan om aan de zwaartekracht van ons sterrenstelsel te ontsnappen. Dat schrijven ze deze week op de wetenschappelijke voorpublicatiesite arXiv.
De onderzoekers kwamen tot hun ontdekking dankzij de laatste metingen van het Radial Velocity Experiment (RAVE). Bij dat experiment gebruiken sterrenkundigen een Australische telescoop om onder andere de afstand tot sterren en de snelheid waarmee ze naar ons toe of van ons af bewegen in kaart te brengen. De meest recente meting leverde resultaten over zo’n 426.000 sterren op. Uit deze gegevens en eerder gepubliceerde stercatalogi selecteerde het team negentig snel bewegende sterren waarvan de snelheid en positie het meest precies was vastgesteld.
1,6 biljoen zonnen
Het team bestudeerde hoe goed de sterren passen in verschillende modellen van de Melkweg. De meest kloppende modellen dichten de Melkweg een massa gelijk aan 1,6 biljoen zonnen toe. Volgens astronoom Joss Bland-Hawthorn, lid van het onderzoeksteam, valt dat nog mee. ‘Men dacht dat de massa twee keer zo groot zou zijn’, zegt hij.
Met de massa van de Melkweg bij de hand kon het team de ontsnappingssnelheid berekenen voor een object nabij ons sterrenstelsel. Om uit de zwaartekrachtsgreep van de Melkweg te ontsnappen, moet een ruimteschip de 537 kilometer per seconde halen. Ter vergelijking: een raket hoeft ‘slechts’ een snelheid van 11,2 kilometer per seconde te bereiken om aan de zwaartekracht van de aarde te ontsnappen.
Antimaterie-motor
Met de huidige rakettechnieken is een snelheid van 537 kilometer per seconde onmogelijk. De chemische raketten die de meeste huidige ruimtevaartuigen het heelal inbrengen zouden te veel brandstof nodig hebben. Ook geavanceerde ion-motoren, die efficiënt genoeg zijn voor lange reizen door ons sterrenstelsel, kunnen niet sneller dan 15 kilometer per seconde.
Voor Bland-Hawthorn betekent dat niet dat er geen mogelijkheden zijn. Een aandrijvingssysteem dat gebruikmaakt van energie die vrijkomt bij de fusie van materie met antimaterie zou volgens hem de klus kunnen klaren. Of en hoe het mogelijk is om grote hoeveelheden antimaterie te maken en op te slaan, blijft de vraag. ‘Ik weet dat het een gek idee is, maar als je een heleboel materie en een heleboel antimaterie hebt, kun je een ruimteschip het sterrenstelsel uitschieten’, zegt Bland-Hawthorn.