Een onderzoek van Groningse en Britse astronomen zaagt aan de wortels van de theorieën over de ontwikkeling van het heelal.

Met een deels Nederlands instrument onderzochten sterrenkundigen planetaire nevels in elliptische sterrenstelsels. Uit de metingen blijkt zeer verrassend dat deze sterrenstelsels vrijwel naakt zijn, ofwel geen donkere materie bevatten. Tot nog toe gingen astronomen ervan uit dat donkere materie zowel in de spiraalsterrenstelsels als in de elliptische sterrenstelsels voorkwam. Als verder onderzoek de conclusie bevestigd, moeten astronomen hun theorieën over de ontwikkeling van het heelal gaan herzien.

Enkele decennia geleden bleek dat sterrenstelsels zo snel roteerden, dat ze veel meer massa moesten hebben dan er zichtbaar was aan sterren en gaswolken. Blijkbaar omgeeft een wolk van onzichtbare donkere materie de sterrenstelsels. De snelheid van zichtbare gaswolken in de buitengebieden van spiraalsterrenstelsels konden astronomen meten, maar bij elliptische sterrenstelsels was dat onmogelijk. Het nieuw ontwikkelde instrument, de planetaire-nevelspectrograaf (PNS), levert de oplossing doordat het de snelheid van planetaire nevels in elliptische sterrenstelsels kan volgen. Dergelijke heldere nevels vormen het laatste levensstadium van een ster, waarbij de ster grote hoeveelheden materie uitstoten.

Ongelijk verdeeld

De PNS maakte duidelijk dat in de buitengebieden van drie elliptische sterrenstelsels helemaal geen hoge snelheden voorkomen. Het instrument bepaalde de snelheid van planetaire nevels tot ver buiten de schijnbare rand van het sterrenstelsel. De snelheid neemt naar buiten toe af. Blijkbaar is donkere materie, als het bestaat, dan ongelijk verdeeld in het heelal: wel in spiraalsterrenstelsels en niet in elliptische sterrenstelsels.