Dieren richten zich met hun neus op geuren zoals mensen hun blik op dingen richten. Dat blijkt uit onderzoek aan de universiteit van Chicago.

Voor dieren is de reuk van enorm belang, zowel bij het ontwaren van roofdieren als bij het zoeken naar voedsel. Het is bekend dat mensen hun vermogen om bepaalde geuren te ruiken kunnen aanpassen, wat van pas komt bij wie graag kokkerelt of wijn proeft. Wetenschappers vermoeden dat dieren zelfs hun reuk kunnen richten, maar een proefondervindelijk bewijs daarvoor ontbrak. Nu hebben Leslie Kay en Daniel Rojas-Libero met een nieuw experiment het reukvermogen van ratten geanalyseerd, zo melden ze in Journal of Neuroscience.

De ratten waren zo getraind dat als ze reageerden op een specifieke geur ze een suikerkorrel kregen. Elektroden aan het middenrif maten hoe snel de ratten geuren inhaleerden. De ratten getest met allerlei mengsels van twee geuren.

Scheiden

De twee onderzoekers ontdekten dat de rattenneus werkt als een soort gaschromatograaf, een apparaat dat mengsels van stofjes (of geuren) kan scheiden in de afzonderlijke componenten. Sommige stoffen lossen gemakkelijker op in het vloeibare slijmvlies dan andere.

De ratten leerden sneller om een goed in het slijmvlies oplosbare geur te herkennen, dan een stof die maar lastig oplost. De onderzoekers zagen hoe de ratten bovendien hun ademhaling aanpasten aan het type geur dat ze zochten. Bij een moeilijk in het slijmvlies oplosbare geurstof snoven ze langduriger de geuren op. De lucht bewoog daardoor langzamer door de neus en bereikte dieper gelegen geurreceptoren die gemakkelijk dergelijke geuren herkennen. Bij geurstoffen die snel in het slijmvlies oplossen, volstond een kort opsnuiven van de lucht.