Ruim vijftig jaar na de ban op het geneesmiddel Softenon, groeit niettemin de toepassing daarvan en daarmee nieuwe gevallen van kinderen met aangeboren afwijkingen. Een schotse arts ziet kansen voor een beter begrip van het stofje wat moet leiden tot betere geneesmiddelen.
Softenon, ofwel thalidomide, kwam in 1957 op de markt als slaap- en kalmeringsmiddel. Het bleek dat het stofje in het lichaam als het ware kon omklappen naar een spiegelbeeldvorm, die schadelijke neveneffecten had. In 1962 volgde dan ook een verbod op het middel, nadat er duizenden gevallen waren van kinderen die waren geboren met een afwijking zoals zeer korte ledematen. In met name Afrika en Zuid-Amerika is het echter nog steeds in gebruik, bij de behandeling van ziekten zoals melaatsheid en sommige vormen van kanker.
Aan de universiteit van Aberdeen zoekt Neil Vargesson naar een model dat alle mogelijke werkingen van thalidomide verenigt. De schadelijke vorm grijpt aan op de groei van nieuwe bloedvaten, de angiogenese. Eerder liet Vargesson al zien dat dit effect leidt tot misvormde ledematen. Hij vermoedt dat dit effect ook een rol speelt bij schade aangebracht aan inwendige organen en andere weefsels.
De precieze werking van thalidomide is volgens Vargesson een puzzel die wetenschappers al meer dan vijftig jaar bezighoudt. Hij hoopt dat zijn nieuwe, complete model helpt om gewenste effecten en neveneffecten beter te begrijpen. Dat moet dan de sleutel zijn voor het vinden van een veilige variant met de gewenste klinische voordelen. Dat is, aldus Vargesson in Bio-Essays, nu een zeer reële mogelijkheid.
Erick Vermeulen