Twee ruimtesondes op doorreis zijn kort na elkaar langs Venus gescheerd. De metingen die ze onderweg hebben gedaan, kunnen nieuw inzicht geven in onze buurplaneet.
De ene ruimtesonde is de Solar Orbiter van de Amerikaanse NASA en de Europese ESA. Deze sonde is op weg naar de zon, en vloog maandag op 7995 kilometer langs Venus.
De andere sonde is BepiColombo, van de ESA en de Japanse JAXA. Die is onderweg naar Mercurius en kwam dinsdag zelfs tot op 550 kilometer van het Venusoppervlak. Op dat moment warmde het ruimtevaartuig met maar liefst 50 graden Celsius op.
89 foto’s
Helaas konden de hogeresolutiecamera’s van beide sondes tijdens de scheervlucht niet worden ingezet. Die van de Solar Orbiter moeten op de zon gericht blijven staan, die van BepiColombo blijven bedekt tot de sonde zijn baan rond Mercurius betreedt.
Gelukkig heeft BepiColombo ook nog drie camera’s die voortdurend de omgeving monitoren. In de video hieronder zie je 89 zwart-witfoto’s die deze camera’s gedurende de Venuspassage hebben gemaakt.
Magnetosfeer
Ook hebben beide sondes instrumenten bij zich die de omgeving in kaart brengen. Dankzij die instrumenten geeft de scheervlucht inzicht in de ‘magnetosfeer’ van Venus. Dat is het gebied rond de planeet waar magnetische krachten heersen. Venus heeft, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Mercurius en de aarde, zelf geen magnetisch veld. Door interacties tussen de zonnewind en de atmosfeer heeft onze buurplaneet desondanks een zwak magnetisch omhulsel.
De metingen van de Solar Orbiter en BepiColombo zullen gecombineerd worden met gegevens van Akatsuki, een Japanse sonde die nu rond Venus cirkelt. Samen kunnen ze helpen begrijpen hoe zo’n magnetosfeer rond een planeet zonder magneetveld ontstaat.
Misschien kunnen de metingen van BepiColombo ook iets toevoegen aan de huidige discussie over de vermeende vondst van fosfinegas op Venus. Vorig jaar werd driftig gespeculeerd dat levende organismen dat gas kunnen hebben geproduceerd. Later is dat door meerdere onderzoeken tegengesproken.
Eindbestemming
De twee sondes passeerden Venus slechts 33 uur na elkaar. Desondanks was er geen botsingsgevaar. Ze hebben altijd minstens een half miljoen kilometer uit elkaar gevlogen – anderhalf keer de afstand van de aarde tot de maan. Door die grote afstand hebben ze elkaar ook niet op de foto kunnen zetten.
Beide ruimtesondes gebruiken de zwaartekracht van Venus om onder de juiste hoek bij hun eindbestemming te komen. Dat is bijzonder ingewikkeld: door de immense zwaartekracht van de zon zal een vaartuig dat in een rechte lijn die kant op vliegt onherroepelijk de gloeiende gasbol in worden gezogen.
De Solar Orbiter zal eind 2021 nog één keer rond de aarde vliegen, om vervolgens meermaals langs Venus en de zon te scheren. Hij zal met name de polen van de zon bestuderen – een nog onontgonnen terrein. Het onderzoek moet meer inzicht geven in de elfjarige cyclus van de zonneactiviteit.
BepiColombo bracht vorig jaar al een bliksembezoek aan Venus en zal dat later dit jaar nog een keer doen. Begin oktober komt hij voor het eerst langs zijn eindbestemming Mercurius. Daar zal hij dan nog vijf keer langs vliegen, om in december 2025 zijn definitieve baan rond de binnenste planeet in te nemen. Daar zal ‘Bepi’ onderzoek gaan doen naar de oorsprong en evolutie van de kleinste en snelste zonnestelselbewoner.