Een wolharige mammoet die ruim 17.000 jaar geleden leefde, legde verrassend grote afstanden af. In totaal had hij ruim 70.000 kilometer in de benen (of poten) zitten. Dat concludeert een internationale onderzoeksgroep na een uitgebreide chemische analyse van zijn slagtand.

De wolharige mammoet genaamd Kik kwam ongeveer 17.100 jaar geleden ter wereld nabij de rivier de Yukon in het noordwesten van Alaska. Tijdens zijn jonge jaren zwierf hij hier rond en maakte hij regelmatig langere tochten naar enkele verder gelegen gebieden. Waarschijnlijk reisde hij mee met een kudde.

Rond zijn puberteit, op vijftien- of zestienjarige leeftijd, begon Kik langere en meer onregelmatige afstanden af te leggen. Waarschijnlijk verliet hij de kudde. Dat gedrag vertonen moderne mannetjesolifanten van die leeftijd ook.

De volwassen Kik struinde daarna nog dertien jaar door Alaska. In totaal legde hij net zoveel afstand af als hij gedaan had wanneer hij bijna twee keer de aarde rond was gegaan.

De laatste anderhalf jaar van zijn leven draalde hij rond in een klein gebied aan de noordkust. Hij leed honger. Rond zijn achtentwintigste bezweek hij aan ondervoeding, op Alaska’s North Slope, in de buurt van de Arctische Oceaan. Oud werd hij daarmee niet. Mammoeten konden waarschijnlijk de zestig halen.

Een illustratie van een volwassen mannelijke wolharige mammoet. Bron: Schilderij van paleokunstenaar James Havens, in het University of Alaska Museum of the North

Slagtand van gestapelde ijshoorntjes

De wolharige mammoet stierf wereldwijd ongeveer 10.000 jaar geleden uit. Waarschijnlijk kwam dit door klimaatveranderingen die destijds plaatsvonden. Maar over de precieze oorzaak is nog discussie. Kik behoorde waarschijnlijk tot een van de laatste mammoeten die in Alaska geleefd hebben.

De gedetailleerde beschrijving van het leven van Kik is mogelijk dankzij een chemische analyse van zijn 1,7 meter lange slagtand. Onderzoekers kunnen vanaf de geboorte van Kik ongeveer per week vertellen waar hij was. Het is voor het eerst dat de afgelegde afstanden en bezochte plekken van een mammoet in zoveel detail bekend zijn. Eerder waren er alleen grovere analyses mogelijk, op basis van bijvoorbeeld maaginhoud.

Voor hun onderzoek spleten de onderzoekers de slagtand in het midden open om de groeilagen te bekijken. Tijdens het leven van de mammoet stapelden deze lagen zich op. Het resultaat ziet eruit als een gebogen stapel ijshoorntjes. Hierbij groeide het bovenste ‘hoorntje’, op de punt van de slagtand, op de dag dat de mammoet geboren werd. Het onderste hoorntje, het dichtst bij de kop, ontstond op de dag van zijn overlijden.

Close-up van een gespleten mammoetslagtand in de Alaska Stable Isotope Facility. Blauwe kleurstof werd gebruikt om groeilijnen te onthullen. Foto: J.R. Ancheta/University of Alaska Fairbanks

Isotopenkaart

Bij de chemische analyse van deze groeilagen keken de onderzoekers naar de verhouding van onder meer strontium- en zuurstofisotopen. Isotopen zijn lichtere en zwaardere varianten van dezelfde atomen. De verhouding van deze isotopen in water en de bodem verschilt per locatie. Dezelfde isotopenverhouding zijn terug te vinden in lokale planten die op deze bodem groeien. Door deze planten te eten, komt deze isotopenvingerafdruk ook terecht in bijvoorbeeld de tanden van dieren.

Voor Alaska is er een isotopenkaart gemaakt die vertelt wat per gebied de isotopenverhouding in de bodem is. De onderzoekers hebben heel zorgvuldig de isotoopverhoudingen van de groeilaagjes in de slagstand, een voor een, in kaart gebracht. Hiervoor gebruikten ze een lasertechniek die de slagtand scande op 340.000 punten. Door die chemische samenstelling te vergelijken met de isotopenkaart konden ze bepalen waar de mammoet wanneer was.

‘Hij heeft tijdens zijn leven veel delen van Alaska bezocht. Dat is best verbazingwekkend als je bedenkt hoe groot dat gebied is’, zegt Matthew Wooller, onderzoeker aan de Universiteit van Alaska Fairbanks.

Leven mammoet in beeld

Dat Kik de laatste anderhalf jaar van zijn leven honger leed, leiden de onderzoekers ook af uit isotoopinformatie. De aanwezigheid van bepaalde isotopen in de slagtand namen in die periode namelijk toe. Het is bekend dat zo’n toename duidt op ondervoeding.

‘Vanaf het moment dat ze worden geboren tot de dag dat ze sterven, hebben ze een dagboek. En dat staat geschreven in hun slagtanden’, zegt Pat Druckenmiller, paleontoloog en directeur van het UA Museum of the North.

Om een beter beeld te krijgen van het leven van de uitgestorven dieren, hopen de onderzoekers deze techniek toe te passen op meer mammoetslagtanden. Dit zou wel betekenen dat ze meer waardevolle, duizenden jaren oude slagtanden open moeten splijten. Musea die dergelijk objecten in hun bezit hebben, staan daar waarschijnlijk niet om te springen.